Dankbaarheid als concretum
Het Mnl. Wdb. geeft een voorbeeld van dancbaerheyt ‘gratificatie’. In het W.N.T., dat aan dankbaarheid geen afzonderlijk artikel wijdt, maar het alleen als afleiding bij dankbaar behandelt, is die betekenis niet vermeld. Dat evenwel het woord ook in ouder Nieuwnederlands nog als concretum werd gebruikt, blijkt uit een post van 1599 in de rekeningen van het convent Oudwijk in Utrecht. Een zieke soldaat, door de abdis van Oudwijk ter verpleging uitbesteed bij vrouw Jacobgen Mooyen, moest in de vijfde week van zijn verblijf aldaar naar het gasthuis vervoerd worden, en Jacob Verheij beweerde dat hij dat transport had verzorgd. Hoewel nu te voren al een andere ‘draeger’ voor het vervoer een beloning had gekregen, werd aan ‘Jacob Verheij alsoo hij seijde dat hij dat beloopen hadde ende daervan begeerden een danckbaerheyt,... geschoncken X st.’
De plaats is ontleend aan een artikel, ondertekend P.D., in het maandblad Oud-Utrecht, 39e jrg. (1966), blz. 94.
C.B.v.H.