De betekenis van ‘memo’
Het woord memo, dat een verkorting is van memorandum, heeft in Zuid-Nederland een ruimere distributie dan in Noord-Nederland. In beide delen van het taalgebied wordt het gebruikt om briefpapier op half formaat aan te duiden. Daaruit heeft zich in het Zuiden de betekenis ontwikkeld: ‘korte nota of mededeling die men op papier van dat formaat schrijft’.
Onafhankelijk van bovenstaand gebruik treft men het woord in het Zuiden ook nog aan, om een notitieboek of -boekje aan te duiden, waarin men adressen, telefoonnummers, en dgl. noteert. Ook in zakagenda's ziet men het woord soms staan boven blaadjes zonder datum, die men dus voor allerlei aantekeningen kan gebruiken.
Ten slotte ziet men het woord hier ook op agenda's die bestaan uit losse blaadjes, met ringen bevestigd aan een voetstuk dat men op een bureau zet.
Van die betekenissen blijkt alleen ‘notitieboekje’ tamelijk ruim verspreid te zijn. Dat lijkt mij normaal: bijna iedereen heeft zo'n boekje, of ziet het woord in zijn zakagenda staan. De andere gebruiksmogelijkheden (‘nota’ en ‘papier op half formaat’) behoren eigenlijk tot de vaktaal van administratie en kantoorboekhandel.
Of het ruime gebruik van memo in het Zuiden aan het Frans is toe te schrijven, lijkt mij nog niet zo zeker. Franssprekende informanten konden het woord niet dadelijk thuisbrengen, en àls ze erin slaagden, dachten ze alleen aan de betekenis ‘notitieboekje’. De betekenis ‘korte nota’ was hun helemaal onbekend. Die betekenis is wél bekend in het Engels, zoals blijkt uit de Oxford Illustrated Dictionary en The Advanced Learner's Dictionary (het woord ontbreekt in The Concise Oxford Dictionary).
g.j. steenbergen