Fat adjectief?
Met de betekenisomschrijving van fat in het W.N.T., ‘man die overdreven zorg aan zijn uiterlijk besteedt’, zal iedere twintigste-eeuwse lezer kunnen instemmen. Maar de bewerker van het artikel laat erop volgen: ‘in sommige plaatsen [d.w.z. bewijsplaatsen] met de gedachte aan de Fransche bet.: iemand die op aanmatigende wijze met zichzelf is ingenomen’, en juist die ‘gedachte’ komt in geen van de geciteerde plaatsen uit. Als bewijsplaats daarvoor zou in aanmerking komen een passage bij Busken Huet, Lit. Fant. en Krit., ed. 1881-1888, IV, 123, waar het gaat over de liefdesverhouding tussen Willem Leevend en Chrisje Helder:
Chrisje's gevoelens waren voor Willem nog een geheim, maar hij was fat genoeg om zich te vleijen dat de genegenheid wederkeerig mocht heeten.
Want het is duidelijk dat de huidige betekenis van fat hier niet past: Chrisje Helder was er het meisje niet naar om door een fatterig jongmens gecharmeerd te worden.
Nu is fat tegenwoordig een substantief, en dat is het ook in alle voorbeelden die het
W.N.T. ervan geeft, waaronder het oudste dateert van vroeg in de 19e eeuw. Is het dat ook in het citaat uit B.H., dan staat fat genoeg op één lijn met (hij is) meer soldaat dan diplomaal, te zeer kind, voldoende vakman, koopman genoeg of genoeg koopman: predikatief gebruikte substantiva die op de wijze van adjectiva verbonden worden met een adverbiale graadsbepaling. Tegen die interpretatie is geen bezwaar, al zal de huidige lezer allicht in eerste aanleg fat genoeg parallel stellen met rijk genoeg, sterk genoeg, enz., en dus geneigd zijn in fat een adjectief te zien. En het is niet onmogelijk dat die eerste indruk de juiste is. Het franse substantief fat, waaraan ndl. fat ontleend is, is namelijk substantivering van het adjectief fat ‘verwaand’, en als zodanig te vergelijken met ndl. een gek, een zot. Het is heel wel denkt aar dat Busken Huet, wiens taalgebruik vaak intieme aanraking met het Frans vertoont, welbewust dat adjectief fat = ‘verwaand, zelfverzekerd’ heeft gebruikt in zijn Nederlands.
C.B.v.H.