Op dreef
WNT 3, 3269-70 vermeldt de uitdrukking op dreef of op zijn dreef zijn. Een variant komt voor onder de aanhalingen: ‘Zy... oordeelt zich zelf vry van koorts, hoewel ik haere pols noch op d'ouwde dreef niet en keur’ (Hooft). Een andersoortige staat bij De Brune de jonge, Vader-Onze (ed. 1665), p. 121: ‘...maar als hy (d.i. David) bestond te denken op de rekeninge die 'er tusschen hem en Godt stond te effenen, dan was hy t'eenemael van zijn dreef, en wist niet wat beginnen’.
L.C. Michels