| |
| |
| |
Uit de tijdschriften
De Gids. 2/3
Het gedicht Tweespraak in de herfst van Maurice Gilliams vindt in Martien G. de Jong een subtiel analysator. - In Kroniek & Kritiek recenseert Hans Andreus, als Reacties van een lezer, Cees Buddingh', Deze kant boven; Paul de Wispelaere bespreekt De nieuwe roman van W.F. Hermans, t.w. Nooit meer slapen.
| |
Maatstaf. Maart
H.G. van den Doel vervolgt zijn Gerrit Achterberg, goochelaar of tovenaar? (ii) met Gerrit Achterberg als magisch denker.
April
In dit herdenkingsnummer publiceert J.W. Schulte Nordholt zijn op 4 mei 1964 gehonden rede Litteratuur en verzet.
| |
Raam. Nr. 25
In de Kroniek vraagt José Boyens onder de titel Spoorzoeken achter het beeld aandacht voor het 15e Nederlands kunsthistorisch jaarboek, waarvan de artikelen gecentreerd zijn rond Renaissance en Humanisme. - De rubriek Nieuwe Boeken bevat besprekingen van o.m. Marnix Gijsen, Zelfportret, gevleid, natuurlijk door Fons Sarneel en Gust Gils, Een plaats onder de maan door José Boyens.
| |
Merlyn. Maart
Onpersoonlijke Herinneringen van Frans Coenen wordt besproken door Kees Fens (Van vermoeden naar zekerheid). - J.J. Oversteegen ziet Zes hoofden rollen in Tengnagels Onbekende voerman van 't Schou-burgh, het 347 tellende gedicht van de 17e-eeuwse Amsterdammer Mattheus Gansneb Tengnagel. - Sterren kijken bij Lodeizen is een korte analyse door Anita Koster van 's dichters vers Voor Jim. - H.U. Jessurun d'Oliveira levert ‘een addendum bij de analyse van Jacques Hamelinks Zeemorgen’: Toetsing door splitsing.
| |
De Nieuwe Stem. April/Mei
Wolkers schrijft de schaamte van zich af in ‘Terug naar Oegstgeest’: aldus Marc Andries in de rubriek Ex Libris.
| |
Streven. XIX, Nr. 7
Jaco Groot houdt een Gesprek met K. Schippers. - Forum brengt Nieuws in de Nederlandse literatuur door Jaco Groot, waarbij o.m. genoemd worden: G.K. van het Reve, Nader tot U; Bert Voeten, Een bord bekijken; J. Bernlef, Paspoort in duplo; Hughes Pernath, Mijn gegeven woord; Ellen Warmond, Testbeeld voor een koud klimaat; A. Kossmann, Reisverhaal; S. Vestdijk, Een onmogelijke moord en W.F. Hermans, Nooit meer slapen.
Nr. 8
Opnieuw Nieuws in de Nederlandse literatuur (rubriek Forum) door Jaco Groot, met o a. Theun de Vries, Doodskoppen en kaalkoppen, de speciale aflevering van het tijdschrift Komma, gewijd aan Louis-Paul Boon, en Karel Jonckheere, De ringen van de boom, een verzamelbundel.
| |
| |
Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. LXXXII, Afl. 1
K. Heeroma levert een Herdenking van Albert Verwey, de dichter en de hoogleraar. - In een artikel van K. Meeuwesse over Perks Iris valt nadruk op de invloed van Shelley en, deels in verband daarmee, op de verhouding tussen Kloos en Perk. - Boekbeoordeling: M. Gysseling en A. Verhulst, Het oudste goederenregister van de Sint-Baafsabdij te Gent, door D.P. Blok.
| |
Levende Talen. April
C.M. Bolle rekent tot De taak van de moedertaalleraar ook zorg voor het taalgebruik bij andere ‘vakken’ dan Nederlands. - R. Kuitert heeft Tien jaar met de bandopnemer gewerkt bij moedertaalonderwijs, en vertelt iets van zijn ervaringen daarmee. - F.L Zwaan betoogt met de zin Gevonden heeft hij het boek niet, dat wat vóor de persoonsvorm staat, niet deswege zinsdeel is. - F. Lulofs verdedigt in een artikel Kritiek op Beatrijs, dat vervolgd zal worden, zijn commentaar op de tekst tegen bedenkingen van N. De Paepe. - C.A. Zaalberg bespreekt het boek van Rudolf Pannwitz over Verwey en George, waarover Th. Weevers NTg. lix, 123 vlgg. gehandeld heeft.
| |
Onze Taal. XXXV, Nr. 3
Het nummer bevat, als Thema met variaties, een overzicht van uitingen over het Nederlands als ‘zingtaal’, en verder drie kleinere stukjes, waarvan een over Letterwoorden.
Nr. 4
Hierin een aanzienlijk aantal kleine stukjes, waaronder een van G. Geerts, met bezwaren tegen franstalig, tweetalig (in eentalige gemeenten) of ‘vlaams’ drukwerk van Nederlandse firma's in Vlaanderen.
| |
Dietsche Warande en Belfort. Maart-April
Lieve Scheer staat gereserveerd tegenover Marnix Gijsen, Zelfportret, gevleid, natuurlijk.
Mei
Bernard Kemp bespreekt in Een studie over romantechniek de dissertatie van Herman Servotle, getiteld De verteller in de Engelse roman, oorspronkelijke titel The Narrator in English Fiction: A Contribution to the Literary History of the Novel. - In Boekbesprekingen valt te noteren: Alb. W(esterlinck) over Twee tijdschriftnummers n.a.v. de 85e aflevering van het tijdschrift Vlaanderen, gewijd aan Gezelle, en het tijdschrift Komma met een speciale aflevering over Louis-Paul Boon.
| |
Nieuw Vlanms Tijdschrift. XIX (1966), Nr. 2
Als eerste artikel van een reeks bijdragen over de literaire ruimte publiceert J. Weisgerber Proefvlucht in de literaire ruimte, een studie over de ruimtelijke elementen in L.P. Boon's roman De Voorstad groeit.
| |
Leuvense Bijdragen. LV, Afl. 1
Bij Drie afwijkingen in het Nederlands, afwijkingen van ingwaeoonse klankontwikkeling, nl. de overgangen ft > ht en alt > olt en het opdringen van mond tegenover de nasaalloze vorm, hebben, zo betoogt P.K. King, steunend voornamelijk op plaats- | |
| |
namenmateriaal, galloromnanse klanktendenties meegewerkt. - J.P. Ponten levert over Het Flokhout, een woord voor ‘kurk, flesstop’ in een streek rondom Gent, Etymologische en woordgeografische beschouwingen; de etymologie geldt flok-, dat P. wil herleiden op een wortel die ‘slaan’ betekent. - J.F.J. van Tol schrijft over Lucas van Mechelen en een anonieme codex van de Verzameling-Scheurleer; de inhoud van die codex herkent hij als werk van Lucas, en ook ontleent hij er argumenten aan voor het toeschrijven van ‘Den Seraphijnschen Nachtegael’ (Gent, 1684) aan Lucas van Mechelen.
| |
Wetenschappelijke Tijdingen. XXV, Nr. 2
Onder da titel Taal van het landbouwbedrijf behandelt M. Hoebeke de studies van J. Goossens en E. Eylenbosch, die NTg. lvii, 393 vlgg. en lix, 200 vlg. door Dr. Leenen besproken zijn. Eveneens van M. Hoebeke zijn besprekingen, in de rubriek ‘Nieuwe uitgaven’, van J. Goossens, Die niederlandische Strukturgeographie und die ‘Reeks Nederlandse dialectatlassen’, en Jan van Bakel, Kleine Atlas van de Klomperij.
| |
Ons Geestelijk Erf. XL, Afl. 1
B. Spaapen schrijft als vervolg op zijn Middeleeuwse Passiemystiek, waarvan het eerste deel verschenen is in OGE 35 (1961), thans over De vier kruiswegen van Alijt Bake. - Een uitvoerig Literatuuroverzicht is verzorgd door L. Moereels. - In Boekbesprekingen worden o.m. gereleveerd door J.A.: De oudste constituties van de Dominicanen van de hand van A.H. Thomas, Das Zeitalter des Pietismus van M. Schmidt en Wilhelm Jannasch, alsmede Bacchus en Christus / Twee lofzangen van Daniel Heinsius, uitgegeven door L.Ph. Rank, J.D.P. Warners, F.L. Zwaan; door H.J.S. de studie over De classis Dordrecht van 1573 tot 1609 van C.A. Tukker.
| |
Nu Nog. XIV, Nr. 3
W. Penninckx wijst op het hoge belang van De taal in de schoolboeken. - Een navraag ingesteld door twee met initialen ondertekenende gentse studenten naar het Taalgebruik bij de studenten aan de Rijksuniversiteit te Gent, heeft doen blijken dat, hoewel nog veel dialect gesproken wordt, het ABN duidelijk aan de winnende hand is. - Verder o.a. de gewone rubriek Brievenbus - Taaladvies.
| |
Persoon en Gemeenschap. XVIII, Nr. 9 (Mei 1966)
Dit herdenkingsnummer ter gelegenheid van het twintigjarig bestaan van het tijdschrift bevat o.a. een herdruk van de lezing die een van de oprichters, Dr. H.J. de Vos (‘Rik de Vos’), overleden 31 juli 1965, in december 1946 gehouden heeft over Het middelbaar moedertaalonderwijs: beginselen en methodes.
| |
Ons Erfdeel. LX, Nr. 4
Olga Krijtova vertelt Iets over het Nederlandse boek in Tsjechoslowakije. - Luc Verbeke besluit zijn vervolgartikel Taalstrijd en Vlaamse Bweeging in Frans-Vlaanderen. - Karel Hemmerechts vervolgt zijn beschrijving van Het denationalisatieproces van Brussel tot 1830. - Luc Clerinx schrijft over De dichter Jan Vercammen en René Verbeek over De dichter J.L. De Belder; op beide stukken volgen enige gedichten van de behandelde figuren met franse vertaling ernaast, bij Vercammen is André Piot de
| |
| |
vertaler, bij De Beider Pol Le Roy. - J.P. Ponten geeft Een verslag over de Nederlandse lectoraten te Marburg en Gieβen aan de Lahn met enige algemene opmerkingen over de neerlandistiek buiten de Nederlanden. - In de reeks ‘Taalminderheden, in Europa’ behandelt Michel Galloy Het Baskenland / Het Baskisch volk / De Baskische natie. -G. De Laet bespreekt de Nederlandse lessen op de Waalse televisie. - R. Debevere zet zijn artikel voort over een Middelnederlands getijdenboek gevonden te Belle in Frans-Vlaanderen. - Jozef Deleu geeft een zevende bibliografie van Het Nederlandstalige boek in vertaling; de lijst bevat 39 in 1965 en 20 in 1966 verschenen vertalingen. -R. Debevere bespreekt het boek van R. Lievens over Middelnederlandse handschriften in Oost-Europa. - Onder ‘Steden van Frans-Vlaanderen’ beschrijft F. Pittery Dowaai. - Verder enige artikels die hier onvermeld blijven, en de gewone rubrieken Kulturele Kroniek, Tijdschriften en Boeken en Aantekeningen en Verslagen, waaraan verscheiden, auteurs hebben meegewerkt.
| |
Tydskrif vir Volksktmde en Volkstaal. XXII, Afl. 1 (Jan. 1966)
A.J. Sinclair schrijft Oor spreekwoorde en segswyses in verband met die duiwel.
| |
Tydskrif vir Letterkunde. Nuwe Reeks, IV, Nr. 1 (Febr. 1966)
Dit nummer bevat een korte herdenking van twee overledenen, de uitgever J.C. van Schaik († 1965) en de auteur A.H. Jonker († 1966). - André Demedts maakt enkele algemene opmerkingen Over de letterkundige kritiek. - Abel Coetzee bespreekt waarderend het ‘Verklarende Handwoordeboek van die Afrikaanse Taal, vir universiteit, skool, huis en kantoor’, door P.C. Schoonees c.s.
| |
Zeitschrift für Mundartforschung. XXXIII, Heft 1 (Maart 1966)
J.P. Ponten bespreekt met veel waardering: Diederik Buisero, ‘De Schoonste, of het Ontzet van Schevening. Een Scheveningse tekst uit 1717’, uitgegeven door K. Heeroma.
|
|