De vrouw en de naamval
Bij een bespreking van enkele oude vindplaatsen van u als onderwerpsvorm in teksten, nl. die van 1624 en 1627 bij Maria van Reigersberch, merkt Kloeke in een voetnoot op: ‘Curieus dat ook de citaten van 1795 en 1797 beide van vrouwen afkomstig zijn terwijl dat van 1779 aan een eenvoudige vrouw (een Friese meid) in de mond wordt gelegd.’ (G.G. Kloeke, Uit de voorgeschiedenis van het beleefde pronomen u. - Verzamelde opstellen voor prof. J.H. Scholte 19, noot 7 (Amsterdam [1947]).)
De avonturen van de onderwerpsvorm hun zijn zeker niet volledig gelijk aan die van eb onderwerpsvorm u, maar een aantal punten hebben ze toch gemeen: ze maken een eind aan een naamvalssysteem (resp. dat van gij/u en dat van zij/hun), in allebei de gevallen triomfeert de nietonderwerpsvorm en daarom werd u komt en wordt hun komen uit teksten geweerd, ofschoon ze zich allebei in gesproken taal vlug verbreid(d)en. U komt moet enkele eeuwen als algemeen onbeschaafd gegolden hebben zoals hun komen op dit ogenblik nog altijd zo gewaardeerd wordt.
Ik was dan ook stomverbaasd toen ik enkele jaren geleden een mo-A-kursiste die overigens lang niet dom was, deze onderwerpsvorm hun hoorde gebruiken, - ik meen tijdens de pauze in een gesprek met kollega's. Een aanmerking daarop had geen blijvend resultaat.
Later kreeg ik gelegenheid om me over soortgelijke gevallen te verbazen en omdat het steeds zondaréssen betrof, heb ik onder twee grote groepen kursisten een stelselmatig onderzoekje ingesteld door in de les te vragen wie dit hun als onderwerpsvorm af en toe wel gebruikte. Omdat meisjes zich vlugger schamen over onbeschaafd taalgebruik als jongens, is het aantal eerlijke vrouwen zeker niet aan de hoge kant.
Het gezamenlijke resultaat was als volgt: van de 43 mannen bekenden er 8 dit vergrijp (dat is dus 18.6%), van de 21 vrouwen 9 (dat is dus bijna 43%). Bijna 2½ keer zoveel vrouwen als mannen vervalt dus zeker af en toe in een naamvalsloos hun/hun-systeem.
Het is nog te vroeg om te koukluderen dat ‘de’ vrouw een grotere afkeer van naamvalssystemen heeft als ‘de’ man en zeker mogen we niet generaliseren door te zeggen dat ‘de’ vrouw bij uitstek degene is die elk morfeemsysteem afbreekt, maar misschien kan dit kleine onderzoekje er samen met Kloeke z'n opmerking, anderen toe aanzetten om soortgelijke proeven te nemen en om de resultaten ervan te publiceren.
p.c. paardekooper