| |
| |
| |
Aankondigingen en Mededelingen
Twee eeuwen Maatschappij der Nederlandse Letterkunde
De Maatschappij der Nederlandse Letterkunde te Leiden heeft haar 200-jarig bestaan gevierd op 18, 20 en 21 mei 1966, en te dier gelegenheid bij Brill, Leiden, een Gedenkboek doen verschijnen van 219 bladzijden. Het begint met een levensgeschiedenis, bewerkt door H.A. Höweler, van Frans van Lelyveld, aan wiens initiatief de Maatschappij haar ontstaan dankt, en bevat verder de geschiedenis van de Maatschappij van 1803 tot 1966, beschreven door W.C. Braat (over de jaren daarvóor is een afzonderlijk boek verschenen van de hand van F.K.H. Kossmann). De bibliothecaris J.R. de Groot verhaalt de lotgevallen van de bibliotheek sedert 1766. Het bedrijf van de twee oudste commissies, de Commissie voor Taal- en Letterkunde en de ‘Historische Commissie’, wordt behandeld onderscheidenlijk door C. Kruyskamp en S.J. Fockema Andreae. Aan de ‘Huisvesting’ in de verlopen twee eeuwen wijdt Annie Versprille een hoofdstuk, en P.J. Idenburg geeft ‘Persoonlijke herinneringen’ uit de jaren 1932-1951. Van P. Minderaa is een hoofdstuk over ‘De Maatschappij en haar Belgische leden’, en van Jan Ploeger een korter over de Maatschappij en Zuid-Afrika. K. Heeroma, de voorzitter van de Maatschappij in het jubileumjaar 1965/1966, en als zodanig herbenoemd voor het jaar 1966/1967, richt een blik naar ‘De toekomst van de Maatschappij’. Nienke Bakker levert het sluitstuk van de bundel met een lijst van door de Maatschappij toegekende prijzen en van de door of onder auspiciën van de Maatschappij uitgegeven werken.
| |
Jan Frans Willems: biografie, briefwisseling, bibliografie
Op blz. 209 van de lopende jaargang is een artikel vermeld van Ada Deprez, Jan Frans Willems / Een bijdrage tol zijn biografie tot 1824, dat opgenomen is in de Handelingen 1965 van de Zuidnederlandse Maatschappij. Het is nu ook als afzonderlijke overdruk daaruit verschenen als nr. v in de reeks ‘Uit het Seminarie voor Nederlandse Literatuurstudie van de Rijksuniversiteit te Gent’ (1966; 58 blz.).
Dr. Deprez bereidt verder een uitgave voor van Brieven van, aan en over Jan Frans Willems 1793-1846. Daarvan is verschenen de Algemene Inleiding in twee delen, die aflevering 138 en 139 vormen van de ‘Werken uitgegeven door de Faculteit van de Letteren en Wijsbegeerte’ aan de Rijksuniversiteit te Gent (‘De Tempel’; Brugge, 1965). Deel i telt vii en 384 bladzijden, deel ii 571. Deel i begint met ‘Inleidende beschouwingen’ (blz. 3-38) over brievenedities in het algemeen (waarbij Noord-Nederland gunstig afsteekt tegenover Zuid-Nederland: enige tientallen noordnederlandse brievenuitgaven - waaronder ook wel briefuitgaven, publikaties van éen enkele brief - worden op blz. 14-16 opgesomd) en over vroegere plannen, ten dele uitgevoerd, tot uitgeven van brieven van Willems. Daarop volgt een ‘Bronnnenbeschrijving’ (blz. 39-176), een beredeneerde lijst van ‘verzamelcentra van autografen’, 22 in getal, alles met namen van de briefschrijvers en de geadresseerden en dateringen; daarbij sluit aan een lijst van ‘vindplaatsen van gedrukte brieven zonder origineel’. Dan komt een ‘lijst van brieven en documenten 1812-1874’, chronologisch naar jaren
| |
| |
geordend (blz. 177-302), wederom met namen van schrijvers, plaats en datum van verzending, en plaats waar ze bewaard worden of vroeger gedrukt zijn. Het zijn niet allemaal brieven van of aan Willems, maar ook tussen anderen gewisselde brieven, waarin Willems ter sprake komt. Het eerste deel besluit met een ‘lijst van verloren brieven’ (blz. 303-382), waarvan het bestaan uit indirecte gegevens, meestal antwoordbrieven, kan worden opgemaakt.
Deel ii van de Algemene Inleiding begint met een alfabetische ‘lijst van de correspondenten’, ten getale van 445 (blz. 7-314). Daarin wordt van elke briefschrijver een korte biografie gegeven, en veelal ook een ‘bibliografie’, hier op te vatten als een opgave van literatuur over de genoemde personen en hun werk. Deze bibliografieën zullen wel geen volledigheid pretenderen, maar dijen hier en daar toch tot een respectabele omvang uit; zo telt die van Nicolaas Beets een veertig, die van Potgieter een zestig nummers. Bij iedere correspondent wordt voorts gegeven een ‘Stand van de correspondentie’, een lijst van de geschreven brieven met datering en met de nummers die ze in de uitgave zullen krijgen; een Noordnederlander zou in plaats van dat ‘stand’ vermoedelijk liever ‘staat’ geschreven hebben.
Het volgende hoofdstuk is een ‘Stamboom van Jan Frans Willems’ (blz. 315-367), weer met een uitvoerige verantwoording vooraf, en met veel biografische biezonderheden omtrent de leden van het geslacht Willems. Een ‘Bibliografie van en over Jan Frans Willems’ (blz. 368-571), in vijf rubrieken ingedeeld, vormt het slot van het tweede deel van de Algemene Inleiding.
Dit overzicht, opgesteld met een oprecht streven naar een zo grote beknoptheid als te verenigen scheen met duidelijkheid en een redelijke mate van leesbaarheid, zal voldoende zijn om de lezer onder de indruk te brengen van het ontzaglijke, tijdrovende
peuterwerk en precisiewerk van naspeuren en opzoeken waarmee Dr. Deprez haar brievenuitgave heeft ingeleid. Zij heeft in het begin van het eerste deel aan Noord-Nederland de erepalm tegenover het Zuiden uitgereikt op het punt van brievenedities, maar het is aan ernstige twijfel onderhevig, of enige bestaande noordnederlandse brievenpublikatie in degelijkheid, grondigheid en breedheid van opzet de vergelijking met deze zuidnederlandse kan doorstaan.
Het aantal brieven dat we in de eigenlijke uitgave te verwachten hebben, bedraagt 2386.
| |
Vlaams proza in tweetalige bloemlezing
Bij de uitgeverijen Asedi, Brussel, en Aubier-Montaigne, Parijs, verschijnt een ‘Collection bilingue des classiqties étrangers’, die beoogt, literatuur in andere talen dan het Frans voor franstalige lezers enigermate toegankelijk te maken. In die reeks heeft Prof. P. Brachin, hoogleraar in Nederlands aan de Sorbonne, gepubliceerd een Anthologie de la prose néerlandaise / Belgique i 1893-1940 (1966; 412 blz.; prijs Bfr. 165, Franse fr. 16.50). Een tweede deel, dat vlaamse auteurs zal presenteren die sedert 1940 hebben gedebuteerd, is in voorbereiding, en verdere nederlandse bloemlezingen worden in uitzicht gesteld.
De term ‘flamand’ is in de titel met opzet vermeden, om de taaleenheid van Noord en Zuid goed te doen uitkomen, maar de samensteller ziet toch genoeg eigens in de
| |
| |
zuidnederlandse literatuur om daarvoor twee afzonderlijke bundels te bestemmen. Dit eerste deel begint met een ‘aperçu historique’, grotendeels ontleend aan Brachins La littérature néerlandaise, van de periode 1893-1940. Daarna komen de eigenlijke teksten, 19 stukken in totaal, verdeeld over ongeveer 250 bladzijden waarvan de helft in beslag genomen wordt door de franse vertaling, die volgens de opzet van de tweetalige reeks naast elke nederlandse bladzijde staat. De meeste vertalingen zijn van Brachin zelf, een kleiner aantal is van H. Flard en L. Fessard; twee stukken zijn ontleend aan bestaande vertalingen.
Het eerste fragment is uit Vermeylens opstel met de bekend gebleven leuze ‘Wij willen Vlamingen zijn, om Europeërs te worden’, en de bundel besluit met De boer die sterft van Karel van de Woestijne: deze novelle wordt door de samensteller als ‘envoi’ gekwalificeerd, d.w.z. ‘à la fois résumé et pointe’. Tussen die ouverture en die finale komen aan het woord E. Claes, F. de Pillecyn, Streuvels, M. Gilliams, F. Timmermans, G. Walschap, M. Roelants, H. Teirlinck, W. Elsschot, R. Brulez, C. Buysse, P. van Ostaijen en M. Gijsen; van deze laatste valt wel het eigenlijke literaire oeuvre na 1945, maar hij behoort toch tot een generatie die zijn plaats in de verzameling wettigt. Sommige auteurs treden twee maal op, als vertegenwoordigers van verschillende aspecten of richtingen: Streuvels met Het leven en de dood in de ast en Prutske, Timmermans met Juffrouw Symforosa en Pallieter, Walschap met Celibaat en Houtekiet, Teirlinck met Mijnheer Serjanszoon en De man zonder lijf.
Met deze bloemlezing heeft Prof. Brachin zich een nieuwe verdienste verworven als ambassadeur van nederlandse taal en cultuur in Frankrijk. Het is te hopen voor hem en voor allen die zijn loffelijke en vruchtbare bedrijvigheid met belangstelling volgen, dat het succes van deze onderneming zich zal aftekenen in een ruim debiet.
| |
Transliteratie van het Russisch volgens Daisne
In het eerste nummer van de tweede jaargang van VWS-niews, het orgaan van de ‘Vereneging voor Wetenschappeleke Spelling’, is de tekst afgedrukt van het boekje van Johan Daisne, Russische namen in het Nederlands. De redactie stelt het daarin ontwikkelde stelsel van transliteratie ter discussie. In een aankondiging, NTg l, 52 vlg., zijn over Daisne's stelsel enige opmerkingen gemaakt. Nu VWS-niews er aandacht voor vraagt bij zijn lezers, is er aanleiding, aan die aankondiging te herinneren.
C.B.v.H.
| |
Prof. Dr. J.L. Pauwels, Verzamelde opstellen (Van Gorcum, 1965; geb. f 26,50)
Op initiatief van enkele van zijn vrienden zijn een aantal studies van professor Pauwels, ter gelegenheid van zijn 65ste verjaardag, op royale wijze in een verzamelbundel herdrukt. Sommige daarvan zijn kenmerkend voor de jubilaris als taalpoliticus (Dialecten en algemeen Nederlands; In hoever geeft het Noorden de toon aan?), andere tonen hem als strijder voor het Nederlands in België (Moeilijkheden met de benaming van onze taal). Geen aankomend neerlandicus kan ze ongelezen laten zonder groot
| |
| |
nadeel voor zijn inzicht in de taalproblematiek van onze zuidelijke taalgenoten. De oudere vakgenoten zullen ze graag herlezen.
De meeste studies liggen op het terrein van de dialectologie. Ze getuigen van liefdevolle aandacht, nauwkeurige waarneming en scherp inzicht, onverschillig of ze nu het dialect van schrijvers geboortestreek dan wel dat van elders in België betreffen. Ze handelen over verschijnselen uit de grammatica (bv. het genus), de klankleer (n na toonloze vokaal, overgang van d in r, stijgende diftongen, enz.) en de woordenschat. Een bibliografie, een tabula gratulatoria en een register voltooien de bundel. Bovendien treft men achterin nog een kaart van de namen van de vlinder aan.
B.v.d.B.
|
|