Een nieuw gebruik van de infinitief
Ontleningen aan een vreemde taal blijven meestal beperkt tot het lexicale gebied; slechts een enkele maal wordt het grammaticale systeem door invloeden van buiten aangetast. Een voorbeeld hiervan is de laatste tijd in Nederland waar te nemen. Het bekende toneelstuk En attendant Godot is in het Engels verschenen onder de titel Waiting for Godot, en dit laatste is in het Nederlands vertaald met Wachten op Godot (i.p.v. ‘In afwachting van Godot’). Deze woordgroep heeft school gemaakt. In 1964 gaf Jan Greshoff zijn gedichten uit de jaren 1958-1960 uit onder de titel: Wachten op Charon. In de N.R.C, van 14 september 1965 vinden we boven een foto de woorden: ‘Wachten op de Prinses’. Het onderschrift vermeldt: ‘De driejarige kleinzoon van de commissaris van de Koningin in Utrecht, ... mocht gisteren ... bloemen aan prinses Beatrix aanbieden. Opgewekt wachtte hij ... tot het grote moment zou zijn aangebroken.’ Op 10 maart 1966 vinden we in dezelfde N.R.C., bij een foto van het Amsterdamse stadhuis: ‘Wachten op Bruidspaar’; een dag later een variant: ‘Terugzien op gisteren in Amsterdam’ (i.p.v. ‘Terugblik’). Op 31 maart is het weer, als opschrift boven een landschapsfoto: ‘Wachten op het voorjaar’; op 2 april vinden we een nieuwe variant, als kop boven de moderubriek: ‘Hopen op de zomer’. Minder poëtisch schreef op 5 februari de Amersfoortse Courant: ‘Wachten op volgende obligatie-emissie’.
Aansprakelijk voor dit gebruik van de infinitief is natuurlijk niet het Engels zelf, maar de omstandigheid dat de Nederlander niet altijd raad weet met de Engelse werkwoordsvorm op -ing. Had men de titel van Beckett's stuk uit het Frans vertaald, dan was er waarschijnlijk geen infinitief aan te pas gekomen. Dat de Engelse titel als voorbeeld werd genomen is nauwelijks te verwonderen in een land waar zelfs een congres van neerlandici, blijkens een bericht in de N.R.C, van 2 april, besloten wordt met een rondvaart door de havens van Rotterdam en een bierparty.
Amersfoort.
r.w. zandvoort