Ervaren, ervaarde, ervaard
Van de sterke werkwoorden die oorspronkelijk behoorden tot de klasse van varen-voer-gevaren, zijn er in de loop der tijden heel wat zwak oftewel regelmatig geworden, sommige over de hele linie (schaven, waden, waken), sommige alleen in het praeteritum (bakken, lachen, laden, wassen). Ook ervaren ervaart de invloed van die tendentie naar het regelmatige. K. Van Acker (Dr. med.) schreef in Wetensch. Tijdingen xxii (1962), 189: ‘Daarenboven, zoals zij de levitatie zagen, zo ervaarden haar de mystieken; ...’. Bij Eugène van Itterbeek, Die. War. en Belf. cviii (1963), 822, staat te lezen: ‘Zo is het ook te verklaren dat Green, bij het lezen van de bijbel, Christus ervaarde als een levende, doch onzichtbare persoon’. Van onverdacht noordnederlandsen en neerlandistischen huize is een derde voorbeeld, bij J. Kolkhuis Tanke, Een Nijmeegs dichter uit de 18e eeuw (1963), 140: ‘Een man die van alles de betrekkelijkheid ervaarde’.
Het ziet er dus naar uit dat toekomstige woordenboeken ervaarde naast ervoer zullen moeten honoreren. Als ze dat doen, op grond van voorbeelden als hierboven, die alle van jonge datum zijn, zullen ze voorlopig het participium ervaren nog wel ongerept ‘sterk’ laten, zoals bij laden c.s. Toch heeft het WNT, dat in de kop van het artikel ervaren dat verbum als uitsluitend ‘st. ww.’ aangeeft, al een participium ervaard van veel oudere datum, nl. uit de Leerredenen (1810-1815) van W. Broes: ‘Dat (hij)... aan zijnen kranken zoon eene dergelijke magtige en majestueuse redding ervaard had’.
C.B.v.H.