Geontmythologiseerd
NTg. lv, 320 vlg. is gewezen op de sterke tendentie, tot volkomen regelmaat toe, naar een participium met ge- bij verba met her- voor en -éren, eventueel -iseren, achter, type geherkapitaliseerd en geherromaniseerd. Ook bij min of meer geleerde woorden met ont-voor en -iseren achter is die tendentie merkbaar, zoals blijkt uit de volgende zin van Nel Noordzij, Het Nieuwe Boek, 1e jaargang, blz. 134.
Wat betreft de bijdrage van Dr. E. Jones, Psychoanalyse en Godsdienst, zou het interessant zijn kennis te kunnen maken met de opvattingen welke van psychologische zijde worden gehuldigd ten aanzien van het in toenemende mate geontmythologiseerde christendom, dat meer en meer doende is zijn projecties terug te nemen.
Toevallig staat het ge- van geontmythologiseerd net aan het eind van een regel, met een afbrekingsstreepje, zodat niet blijkt of de auteur het nodig zou gevonden hebben, haar wat gedurfde formatie enigszins te verduidelijken of te verontschuldigen door datzelfde streepje met andere functie, als het hele woord op éen regel had gestaan: ge-ontmythologiseerd. Hoe dat nu zij, het is merkwaardig dat de formatie niet de minste weerstand wekt. Zelfs zou een ontmythologiseerd, dat in overeenstemming zou zijn met de regel die voor ‘gewone’ ont-verba geldt, lichtelijk onplezierig aandoen wegens de nauwe gelijkenis met het duitse voorbeeld entmythologisiert.
[Naschrift. In de eerste zin hierboven is geen melding gemaakt van het artikel van H. Schultink over her- in Tijdschr. voor Ned. Taal- en Letterkunde lxxx, 151-184, omdat de bladvulling al gezet was, toen dat artikel verscheen.]
C.B.v.H.