De Nieuwe Taalgids. Jaargang 56
(1963)– [tijdschrift] Nieuwe Taalgids, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 141]
| |
De reeweg te Dordrecht.
| |
[pagina 142]
| |
Formeel bestaat natuurlijk ook de mogelijkheid, dat het eerste lid van Reeweg de diernaam is (in een ‘dierenwijk’); deze betekenis werd mij meegedeeld voor een Reeweg in Werkendam, maar deze verklaring bleek onjuist te zijn. Tenslotte kan het eerste lid van deze naam de gesyncopeerde vorm zijn van rede = beschutte ankerplaats aan de kust, zoals in het toponiem Goeree (Van Mieris, Charterboek v. Holl. en Zeel. IV, p. 721); vgl. Moerman, die een Reeweg met deze betekenis vermeldt voor SohiermonnikoogGa naar voetnoot1).
De Zuidhollandse stad Dordrecht heeft ook een Reeweg, gelegen buiten het gebied van de oude stad. Er zijn op het Eiland van Dordrecht zelfs twee Reewegen: de Reeweg (-oost), die nu Dordts gebied is, en de Reeweg (-zuid), elders op het eiland, niet in het verlengde van de eerstgenoemde lopend, en behorende tot het grondgebied van Dubbeldam. Nu ligt aan die Dordtse Reeweg een begraafplaats, zodat men in de benaming van die weg gemakkelijk een ook in het westen des lands voorkomende tegenhanger der oostndl. reewegen (= lijkwegen) zou kunnen zien. Deze Reeweg leidde echter niet vanouds naar een begraafplaats; de laatste dateert n.1. uit de tachtiger jaren van de vorige eeuw (1881), maar de naam Reeweg komt al veel eerder voor en dateert waarschijnlijk al van ongeveer 1600. Nu is aangetoond, dat de naam Reeweg veel ouder is dan de aan die weg gelegen (R.K.) begraafplaats, kan deze naam onmogelijk als een synoniem van lijk-of doodweg worden verklaard, hoewel toevalligerwijze al meer dan tachtigjaar tal van begrafenisstoeten deze weg volgen. Naast de benaming Reeweg kwamen vroeger voor dezelfde weg o.a. de namen Platteweg en Merwedeweg voor. De laatste benaming brengt ons op een ander spoor voor de verklaring van Reeweg: De Reeweg vormde oudtijds wel de scheiding tussen twee heerlijkheden, n.1. die van Dubbeldam en die van de Merwede, zodat wij Reeweg hier in de zin van grens- of scheiweg zouden kunnen opvatten. Het is in dit verband niet oninteressant, dat op een uit 1868 daterende Plattegrond van Dordrecht (opgenomen in de Gemeente-atlas van Nederland, uitgegeven door H. Suringar) de grens tussen de gemeenten Dordrecht en Dubbeldam precies langs de Reeweg loopt; deze plattegrond dateert van kort vóór de gebiedsruiling tussen Dordrecht en Dubbeldam in 1871, waarna het gebied ter weerszijden van de Reeweg tot Dordrecht ging behoren. De Historische Atlas van Nederland van Beekman geeft een (verbeterde) kaart van Holland ten zuiden van het IJ in 1300; het kaartje was afkomstig van Jhr. Dr. Th. van Rheinek Leyssius. Een daarop voorkomende lijn wijst de plaats aan, waar de Reeweg is komen te liggen; bij deze lijn staat de vermelding ‘graaf’; het is heel goed mogelijk, dat de Reeweg er toen nog niet was, maar dan moet er wel de (schei)sloot geweest zijn tussen de op deze kaart vermelde heerlijkheden. De later langs (of op) deze sloot aangelegde weg kan dan zijn naam te danken hebben aan de ree- of scheishot. - Dit geval doet zich voor m.b.t. de reeds terloops genoemde Reeweg in Werkendam: Wij hebben daar te doen met een betrekkelijk nieuwe weg, die zijn naam kreeg op grond van het feit, dat vroeger op ongeveer dezelfde plaats een reesloot liep, welke gesloot de scheiding vormde tussen de gemeente Werkendam en de voormalige meente De Werken. | |
[pagina 143]
| |
In het Algemeen Rijksarchief berust een kaart uit 1593 van het Eiland van Dordrecht, getekend door de gebroeders Simon Jansz. en Cornelis Jansz. (Inderveld); een kopie ervan bevindt zich in de Gemeentelijke Prentverzameling van Dordrecht. Op de plaats van de Reeweg zien wij op deze kaart een lijn getrokken met de vermelding ‘Raayende tusschen de twee vaenkens van de Hennebruckts-Tooren ende den Gasthuystooren’. Op grond van dit gegeven kunnen wij besluiten tot de verklaring Reeweg = raaiweg. Op een kaart uit 1673 van de stad Dordrecht met de aanpalende landen - een gravure van Matthijs van Nispen, behorende tot de Verzameling Dordra-cum Illustratum - komt de naam Ree-wegh voor, met de toevoeging ‘vulgo den Merwede-wegh’; bovendien zien wij op die kaart de elders op het eiland gelegen Reeweg (de Reeweg-zuid dus) getekend (en ook met name genoemd), welke weg langs een lijn loopt, die op de kaart als ‘de Lange Raye’ wordt betiteld. De naamsverldaring van beide Reewegen op het Eiland van Dordrecht kan dus gelijkluidend zijn.
Samenvattend kunnen wij nu, meen ik, zeggen, dat de naam van deze al of niet langs (of op) een sloot aangelegde Reeweg moet betekenen 1e grens- of scheiweg (eventueel langs/op een ree- of scheisloot aangelegde weg), of 2e raaiweg. Op zichzelf sluiten deze mogelijkheden elkaar geenszins uit; zij kunnen elkaar zelfs completeren: Een raai zal immers gemakkelijk als een grens zijn aangenomen, en een ree- of scheisloot kan zeer wel gegraven zijn langs een raai. Zo kunnen voor de verklaring van de naam van de Dordtse Reeweg de mogelijkheden best gecombineerd moeten worden. Gorinchem. J. Verhage. |
|