Nogmaals ‘hetwelk doende, enz.’
In een bladvulling NTg. LV, 117, die verwees naar een iets uitvoeriger stukje in Taal en Tongval XIII, 150 vlgg., is de zonderlinge slotformule van verzoekschriften Hetwelk doende, enz. besproken, en daarbij bleek dat enz. weinig in overeenstemming te zijn met de ‘eerbied’ waarvan zulke schrifturen veelal getuigen. Het heeft intussen al een lange traditie. Bij J.A. van Dorsten, Thomas Basson 1555-1613 English Printer at Leiden (Leiden, 1961), blz. 113 vlg., staat te lezen een ‘Request’ dat die engelse drukker in 1596 richtte ‘Aen mijn E. Heeren de Curateurs der Universiteyt van Leijden. Ende de Burgemeesteren der stadt Leijden’. Dat stuk eindigt met de woorden ‘Twelck doende etcetera’.
C.B.v.H.