Hetwelk doende, enz.
In Taal en Tongval XIII, blz. 150 vlgg. staat een stukje van mijn hand over de zonderlinge geschiedenis van de zonderlinge formule Hetwelk doende, enz. aan het slot van verzoekschriften. Uit die geschiedenis blijkt dat die formule, vooral het enz. daarin, goed beschouwd verre van eerbiedig, maar eerder nonchalant is tegenover de autoriteit aan wie het verzoekschrift is gericht. Het subject van dat doende was oorspronkelijk die autoriteit; de betekenis van Hetwelk doende was ongeveer ‘als gij dit doet’, nl. ‘als gij mijn verzoek inwilligt’, en dan volgde een voor de autoriteit bedoelde heilwens of vriendelijkheid: vgl. W.N.T. VI, 691. Dat vriendelijke vervolg nu wordt in Hetwelk doende, enz. niet meer onder woorden gebracht, maar met het enz. om zo te zeggen ter invulling overgelaten aan de geadresseerde zelf. Een wel heel zonderlinge handelwijze tegenover een geadresseerde, aan wie toch de verzoeker veelal ‘verschuldigde eerbied’ bewijst.
Een herinterpretatie van de niet meer begrepen formule maakt de steller van het adres tot subject van doende, en daarbij vervalt gewoonlijk, maar niet altijd, het enz.; de woorden worden dan opgevat als ‘terwijl ik [de steller] dit doe’. Waarmee de formule nog niet bepaald zinrijk is geworden, maar in ieder geval niet meer verdient, als nonchalant te worden gekwalificeerd. Van die herinterpretatie is in het genoemde opstel een vermakelijk voorbeeld vermeld, waarin Hetwelk doende met de eerbied elegant tot éen is versmolten, nl. Hetwelk met den meesten eerbied is doende... (op de plaats van de stippels de ondertekening). De vindplaats van dat aardige voorbeeld kon ik helaas niet meer opgeven. Sedertdien evenwel zag ik een iets minder vermakelijk, maar even overtuigend geval van de herinterpretatie aan het slot van een adres, afgedrukt in Levende Talen 1961, blz. 553 vlg., van de ‘Vereniging tot Bevordering van de Studie van het Frans’: Hetwelk doende met de meeste hoogachting,... en dan volgen enige namen van ondertekenaars. Als het adres nauwkeurig is afgedrukt, en dus de slotformule, zonder komma achter doende, op éen regel doorloopt, dan is zonder twijfel de bedoeling van de adressanten juist weergegeven met een kleine omzetting: Hetwelk met de meeste hoogachting doende,... En daarmee is duidelijk dat ze zichzelf ‘doende’ denken.
C.B.v.H.