Correcties bij Kloos.
I.
In zijn artikel Een derde sonnet voor Dora? (NTg. LIV, blz. 243) herinnert de heer Van Eeten aan twee eerdere publikaties, waarin enigerlei conclusie werd getrokken, althans gesuggereerd, uit het feit dat Kloos ‘de twaalflettergrepige eerste regel’
O vrouwe! ik weet niet of de sterren weenen, -
geschreven heeft als aanvang van een sonnet dat aanvankelijk ‘Sterfelijke sterren’ blijkt te hebben geheten, maar dat zonder titel als nr. LVIII is opgenomen in de bundel ‘Verzen’ van 1894.
Nu is het moeilijk van een feit te spreken, wanneer men enkel te doen heeft met een misverstand. De aangehaalde regel immers is een doodgewone vijfvoetige jambe, waarbij de -e van het woord ‘vrouwe’ volgens negentiende-eeuws voorschrift moet versmelten met de daarop volgende klinker van ‘ik’, terwijl de laatste lettergreep van ‘weenen’ als slepend rijmdeel uiteraard buiten de telling blijft.