Wèl een herdruk van Willem Leevend.
Ook in de literatuurstudie kunnen sommige vergissingen een taai leven leiden. In de bespreking die Prof. de Vooys in de N.Tg. XLVIII, bl. 113, wijdde aan de uitgave van Lotje Roulin, een episode uit de roman Willem Leevend, gekozen en ingeleid door Dr. J.C. Brandt Corstius, zegt hij dat het werk, evenmin als in de eigen tijd, nooit is herdrukt. Knuvelder laat zich in zijn Handboek (Deel III2, blz. 101) in dezelfde zin uit, al doelt hij evenals Kalff (Gesch. deel VI, blz. 88) waarschijnlijk meer op het uitblijven van een herdruk tijdens het leven van de schrijfsters. De Sara Burgerhart viel die eer namelijk wél ten deel. Ook Dr. Brandt Cortius noemt, in de lijst van uitgaven van de Willem Leevend op blz. 36 van bovengenoemde uitgave, als enige volledige druk die van 1784-'85. Echter, dit is niet juist. Prof. Jan ten Brink begint zijn studie De Roman in brieven (Amsterdam 1889, blz. 2) met een waarschijnlijk wel gefingeerde samenspraak, als volgt:
- ‘Ik heb van de week voor het eerst “Sara Burgerhart” gelezen. Het boek zag er zo aardig en smaakvol uit. En daarbij kwam, dat het mij verwonderde zoo'n boek, ouder dan eene eeuw, in onzen tijd nog eens herdrukt te zien.’
- ‘En heeft u het uitgelezen?’
- ‘In een dag of vijf! Het boeide me van het begin tot het einde. Dit boek moest ieder lezen.’
En na een korte uitweiding over de karakters in het boek gaat de eerste spreker voort:
- ‘Nu ga ik den “Willem Leevend” ook lezen - ieder goed vaderlander moet die beide boeken kennen.’
- ‘Acht deelen!’ - zei een jongmensch, zeer deftig.
- ‘Nu in drie banden!’ - haastte ik mij te antwoorden.
In een noot op blz. 3 vermeldt hij de herdruk:
‘Historie van den Heer Willem Leevend, uitgegeven door E. Bekker, wed. Ds. Wolff, en A. Deken (niet vertaald) 's-Gravenhage, de Gebroeders Van Cleef (acht deelen in drie banden) 1886 (tweede druk).’
Deze herdruk, gevoegd bij een herdruk in hetzelfde jaar van de Sara Burgerhart, vormde kennelijk voor Jan ten Brink de aanleiding tot het schrijven van zijn studie. Navraag bij de nog steeds bestaande boekhandel en uitgeverij der Gebroeders Van Cleef in Den Haag, die ook indertijd de le druk van de Sara Burgerhart en de Willem Leevend uitgaven, alsmede ander werk van de beide schrijfsters, bevestigde het bovenstaande: de herdruk van 1886 is compleet en onverkort. De eerste band bevat de delen I en II, de tweede band deel III, IV en V, de derde deel VI, VII en VIII. Omtrent de oplaag kon de uitgever helaas geen cijfers verstrekken.
De herdruk wordt eveneens vermeld door Johanna W. Naber, Betje Wolff en Aagje Deken (Amsterdam 1913) op blz. 204, verder door J. te Winkel, Ontwikkelingsgang deel VI (Haarlem 1925) blz. 149, noot 1, en door M. Buisman J. Fzn. in zijn werk Populaire prozaschrijvers 1600-1815 (Amsterdam 1960) onder nr. 2533.
Het is werkelijk curieus de recente bespreking van het laatstgenoemde werk door Dr. C. Kruyskamp te lezen, in Ts. LXXVIII, bl. 230 e.v. Op blz. 231 schrijft hij dat de Willem Leevend nota bene nooit in zijn geheel herdrukt is, terwijl hij enkele regels verder blijk geeft juist het werk van deze schrijfsters in het te bespreken boek nageslagen te hebben.
Den Dolder.
H. Schönbeck.