De Nieuwe Taalgids. Jaargang 54
(1961)– [tijdschrift] Nieuwe Taalgids, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 274]
| |
‘Schilderi is een swigende poesis’ (1536).In 1522 verscheen te Straatsburg een boek over chiromantie, astrologie, etc., onder de titel Introductiones apotelesmaticae elegantes in chyromantiam, physiognomiam, astrologiam naturalem. Over de auteur, Iohannes Indaginis (Johannes von Hagen), is weinig bekend. Aanvankelijk stond hij als R.K.-geestelijke in dienst van verschilende kerken keurvorsten in Duitsland. In opdracht van één van hen maakte hij in het begin van 1522 een reis naar Rome. Evenals Luther onder de indruk gekomen van de daar heersende toestanden, sloot hij zich bij zijn terugkeer in Duitsland bij de hervormingsgezinden aan. Dit verhinderde hem evenwel niet nog in datzelfde jaar bovengenoemd boek uit te geven. Deze ‘studie’ verkreeg grote bekendheid. Reeds in 1523 verscheen er een vertaling van in het Duits: Die Kunst der Chiromantzey. De Latijnse uitgave werd verscheidene keren herdrukt, o.a. te Leiden in 1556. Ook verscheen er een vertaling in het Nederlands: Chyromantia Iohannis Indaginis. Ende dit boec leert van drie naturliken consten. Doer den geleerden man Joannes Indaginis, ende nu eerste uuten latijn in onse gemeen duytsche tale translateert ende perfectelick overgheset. Geprent tot Utrecht, op dien hoec van Sint Mertens toorn, in die gulden Leeuw, Bi mi Jan Berntsz. Int jaer M.ccccc ende xxxvi.Ga naar voetnoot1) In de inleiding, die duidelijk blijk geeft van grote belangstelling voor de schilderkunst, lezen we o.a. het volgendeGa naar voetnoot2): ‘My lust van dese te treden tot die uutwendighe ampten ende inden eersten met bewijsselijcke redenen bi brenghen, dat die schilders der Physiognomi dat principael ende meeste deel haers const danck weten, alsoe dat die poeten met versen toonen en legghen voor u oghen so pleyn, of ghi dat saecht. Dat selfde wort met verwe, ja, met linien ghetoghen min ofte meer dan of dat leefde. Schilderi is een swigende poesis, welcken die qualiteiten ende gesteltenissen der sinnen van des menschen herte, ja, de stemme byna, mit haer verlichtinghen, schijnselen, schimmen, verhoeginghe, verheffinghe, verdiepinghe, also trecken, als oft daer leven in waer, ghelijc men siet ende Plinius ooc bescrijft in dat .LV. boeck. Item Valerius Maximus ende veel ander, dat Zeusis ende Parrhasius streden om die prijs van die schilderi, van welcken die een alsoe na dit leven die druven schilderde, dat daer de voghelen quamen na vliegen ende in de speci bedrogen worden. Die ander brocht voort een gordijn in een tavereel also natuerlijcke ghetogen, dat die ander sloech zijn hant in die tafel om die gordijn af te slaen, welcken opgenomen wort vanden genen die daer bi stonden myt groter genuecht ende wellusten, seggende: Zeusis heeft de vogelen bedrogen, Pharrasius den meister’.Ga naar voetnoot3) Hier vinden we niet alleen reeds de term van Simonides, die van zo grote invloed geweest is in de renaissance en later o.a. voorkomt bij Van Mander en Vondel, maar ook het grote humanistische kunstenaarsideaal, het object zo weer te geven dat het de natuur evenaart, is hier reeds aanwezig. Leiden R. Vos. |
|