De Nieuwe Taalgids. Jaargang 54
(1961)– [tijdschrift] Nieuwe Taalgids, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 32]
| |
Piersemijn‘Eertijds bekend als benaming voor een zoeten spaanschen wijn’. Aldus het Woordenboek der Ned. Taal XII 1575. Daarnaast vermeldt dit woordenboek de samenstelling piersemijnwijn, deelt de vertaling bij Halma mee, citeert een plaats uit Six van Chandelier en de omschrijving van piersemijnwijn bij Marin. De Amsterdamsche Winter van Six bevat nog een andere bewijsplaats, aan de verklaring waarvan Van Es een paar woorden gewijd heeft in de commentaar van zijn bloemlezing (p. 160: ‘zal wel een Hollandse planter zijn: daarnaar is ook een wijnsoort genoemd’). De schrijver dezes is daarop teruggekomen in zijn opstel Ts. 74, 263 vv.; 272. De dichter spreekt hier van een schip dat laatstelijk een vracht heeft vervoerd Die sy ontvingh van Piersemyn,Ga naar margenoot+
In 't weste, planter van syn wyn.
Het woord staat hier met een hoofdletter, de samenhang leert - nog afgezien van het hoofdlettergebruik bij Six (vgl. Ts. 74, 278; 76, 136) - dat inderdaad een persoon bedoeld is, een ‘planter’ van die wijn. Dat Piersemyn wel een hollandse planter zou zijn, leek mij in verband met de genoemde herkomst niet aannemelijk. Opmerking verdient dat, gelijk ik t.p. noteerde, ook in de opdracht van de Amst. Winter het woord west werd gebruikt waar men zuid zou verwachten (vs. 62), tegenover het noordquartier van het volgende vers. Voor deze gebruikswijze heb ik verwezen naar Damsteegt (NTg. 44,54): ‘Westwaarts zeilen wil zeggen: naar het Zuiden’. Elders, sprekend over de Zeespiegel van Blaeu, leert ons dezelfde auteur: ‘Het derde deel beschrijft de “Westersche Schipvaert” van Texel naar het Zuiden tot en met de Canarische eilanden’ (Nieuwe Spiegel der Zeevaart, 1947, p. 16), en een drietal bladzijden eerder lezen wij over Waghenaer's Spieghel der Zeevaerdt: ‘het eerste deel bevat paskaarten voor de Westerse vaart, dat is dus langs de Westeuropese kust, beginnende bij het Vlie en vandaar zuidwaarts gaande tot Teneriffe . . .’Ga naar voetnoot1). Toen ik onlangs met een andere bedoeling Brewer's Dictionary of Phrase and Fable raadpleegde, viel mijn oog op het vreemd uitziende woord Petersee-me, benaming van een spaanse wijn in de 17e eeuw. Voldoende klaarblijkelijk hetzelfde als onze piersemijn. De schr. citeert een voorbeeld uit Thomas Middleton's Spanish Gipsy: Peter-see-me shall wash thy noul
And malaga-glasses fox thee,
If, poet, thou toss not bowl for bowl,
Thou shalt not kiss a doxy.
Andere bewijsplaatsen geeft de New English Dictionary, tegelijk met variante vormen, waarvan Peter-sa-meene, -semine de n met piersemijn gemeen hebben. Toen ik indertijd meende het ned. woord te kunnen houden ‘voor niet meer dan een speelse interpretatie (Pier Semijn) uit de koker van Six’, had ik meer acht moeten geven op de inlichtingen van het Woordenboek. Ook kon ik toen niet zeggen, van wát dan wel het zulk een speelse interpretatie zou zijn. Ik zie nu echter dat in beide engelse woordenboeken Peter-see-me verklaard wordt als ontstaan uit spa. Pedro Ximenes. N.E.D. zegt: ‘A corruption of Pedro Ximenes, the name of a celebrated Spanish grape, so called after its introducer’. | |
[pagina 33]
| |
Mogen wij de daar aangehaalde Ford geloven, die in 1846 zijn Gatherings from Spain publiceerdeGa naar voetnoot1), dan zou met deze verklaring nog niet het einde, of het begin, bereikt zijn. Bij hem immers leest men: ‘The Pedro Ximenes, or delicious sweet-tasted grape which is so celebrated, came originally from Madeira, and was planted on the Rhine, whence about two centuries ago one Peter Simon brought it to Malaga, since when it has extended over the south of Spain’. De schrijver laat het bij deze mededeling, die hij niet nader documenteert. Dat de naam Peter Simon tot Pedro Ximones zou zijn verspaanst klinkt weinig geloofwaardig, omdat de naam Simon ook in het Spaans bestaat, en de veronderstelde Peter daar rustig Simon kon blijven heten, zonder over te schakelen op Ximenes, dat een heel andere naam isGa naar voetnoot2). Zeker is intussen dat de Pedro Jiménez nog steeds een goed bekende wijnsoort is. Onder de marcas mas solicitadas van een spaans huis vind ik aangeprezen: Pedro Ximénez Ducha, als een uitstekende dessertwijn, indicadísimo para postres. Men kan zich verder laten inlichten door de Vocabulario Andaluz van A.A. Venceslada (Madrid 1951), waar de Pedrojiménez (aldus, in één woord) omschreven wordt als een ‘variedad de uva propia de algunos pagos de Andalucia, y especialmente de Jerez de la Frontera’. De grote spaanse encyclopedie beschrijft de Pedro Jiménez als de voornaamste variëteit van de Jimenecias, zijnde de ‘tribu séptima de las variedades de vid clasificadas por Rojas Clemente’Ga naar voetnoot3). Duidelijker dan de engelse vorm sluit de nederlandse aan bij de spaanse klemtoon, die in Ximenes, Jiménez, ligt op de tweede lettergreep. Zo behoort dus ook in het engelse woord het hoofdaccent te liggen op de daarmee corresponderende, d.i. de laatste lettergreep. De s in beide vormen als vertegenwoordiger van X (in moderne spelling J) herinnert aan de oudere uitspraak van dit foneem, dat een sisklank is geweest vooraleer zich te wijzigen tot velare glijder (xota, jota). Nijmegen, april 1960. L.C. Michels. |
|