Zich vermannende vrouwen.
Meermalen is in de NTg. gewezen op de hinderlijke neiging van academisch gevormde vrouwen, bij hun naam alleen voorletters te vermelden, en aldus zich als vrouw onherken-baar te maken. In een voetnoot op blz. 228 van jrg. XLVIII is verteld, hoe zo'n vermomming er eens bijna toe geleid heeft, dat de vrouwelijke auteur door een recensent pronominaal als man werd behandeld. In het daar besproken geval werd de ‘vermanning’ nog tijdig door een redactioneel ingrijpen voorkomen. Op dezelfde wijze is de vrouwelijke eer gered van Dr. Joanna Marie de Vries, zich noemende Dr. J.M. de Vries, in jrg. LII, blz. 170; zie de voetnoot aldaar.
Maar niet altijd is er een redacteur bij de hand, die toevallig weet dat achter die initialen zich een vrouw verschuilt. En zo heeft diezelfde J.M. de Vries haar verdiende loon gekregen: in een bespreking van haar dissertatie in Wetenschappelijke Tijdingen van juli-augustus 1959, kolom 322, is ze een ‘hij’.
C.B.v.H.