De Nieuwe Taalgids. Jaargang 52
(1959)– [tijdschrift] Nieuwe Taalgids, De– Auteursrechtelijk beschermdSpaanse hulp bij Nederlandse moeilijkheden IV.Toen wij in onze prille Latijnse jaren leerden, wat in de klassieke Oudheid de zeven wereldwonderen waren, werd erbij verteld, dat er later nog een achtste aan toegevoegd was: het stadhuis van Amsterdam. Wel werd ons toen nog de wetenschap onthouden, dat die benaming aan onze zeventiende-eeuwse dichters te danken is. Nadat op 13 September 1657 Jacob van Campen, de ontwerper van het stadhuis, overleden was, dichtte Vondel, om met de grootste te beginnen, hem het volgende grafschrift:
D'Aertsbouheer, uit de stam
Van Kampen, rust hier onder,
Die 't raedthuis t' Amsterdam
Gebout heeft, 't achtste wonderGa naar voetnoot1).
Maar Vondel was wel in grootheid, niet in tijd de eerste, die de uitdrukking gebruikte. Reeds het jaar te voren zong Constantijn Huygens burgemeesteren van Amsterdam de bekende regel toe:
Doorlachte Stichteren van 's Werelds Achtste Wonder,
en herhaalde in de volgende strofe de benaming ietwat gewijzigd: 't Achtste WonderwerckGa naar voetnoot2). Doch ook hij, die het eerst in het Nederlands het beeld gebruikt schijnt te hebben, lijkt daarbij toch niet oorspronkelijk geweest te zijn. Aan de andere zijde van de Pyreneeën meende men reeds eerder een equivalent van de antieke wereldwonderen gevonden te hebben. Ik ontmoette het bewijs daarvan in het werk van de Spaanse dramaturg Tirso de Molina. Achter | |
[pagina 275]
| |
dat pseudoniem ging schuil fray Gabriel Téllez, van de orde der Mercedariërs. Hij was een iets oudere tijdgenoot van Vondel en Huygens, daar hij tegen 1583 geboren is te Madrid en op 12 Maart 1648 te Soria overleed. In zijn drama De Verleider van Sevilla, de oudste toneelbewerking van de Don Juan-sage, komt een scène voor, waarin de hertogin Isabella, een Napolitaans slachtoffer van de aartsverleider, met haar dienaar Fabio door Spanje reist om van de koning voldoening te krijgen, die zij, voor ons moderne gevoel wel wat verrassend, verwacht in een huwelijk met Don Juan. Fabio legt zijn meesteres de reisroute uit, hoe zij naar Sevilla zal komen en daar het achtste wonder gaan zienGa naar voetnoot1). Wat daarmee bedoeld is, de stad als geheel of een gebouw daar, daarover is verschil van mening mogelijk. Hoewel pater Téllez, die de indruk maakt, geen votum stabilitatis afgelegd te hebben, in allerlei steden van Spanje gewoond heeft en in dienst van zijn orde zelfs naar San Domingo in West-Indië gereisd is, heeft Sevilla niet tot zijn woonplaatsen behoord. Alleen is daar in 1627 de Primera parte van zijn Comedias gedruktGa naar voetnoot2). Hij zal er toen dus weleens geweest zijn. Ik vermoed, dat hij niet de stad, maar een bouwwerk op het oog heeft. Bedoeld zal wel zijn de kathedraal van Sevilla, die in 1402 begonnen werd op de plaats, waar de moskee gestaan had. Van dat Mohammedaanse bedehuis zijn thans nog slechts over de toren, la Giralda, en de hof met de sinaasappelbomen, el patio de los naranjos. De Christelijke gedeelten vormen met de Moorse overblijfselen een wonder van eenheid en pracht en het is heel begrijpelijk, dat Tirso, die de kathedraal weleens aanschouwd zal hebben, er een evenknie van de antieke wonderen in zagGa naar voetnoot3). Ruim dertig jaar eerder dan de Nederlandse dichters gebruikte hij de uitdrukking ‘achtste wereldwonder’. Kunnen zij die van hem overgenomen hebben? Vondel kende geen Spaans, van Huygens staat vast, dat hij die taal beheerste. Hij had het geleerd van Spaanse Joden te AmsterdamGa naar voetnoot4). We weten niet met zekerheid, of de heer van Zuylichem Tirso gelezen heeft, maar onwaarschijnlijk lijkt het nietGa naar voetnoot5). Als de Nederlandse benaming aan het Spaans ontleend is, dan moet dat wel door Huygens gebeurd zijn en hij die aan de Spaans-onkundige Vondel doorgegeven hebbenGa naar voetnoot6). Dat lijkt door de chronologie van hun gedichten bevestigd te worden, tenzij de uitdrukking algemeen-Europees geweest is en dus niet dat bijzondere weggetje nodig gehad heeft om in Nederland door te dringen. D.Th. Enklaar. |
|