D.J. van Lennep over Vondel.
‘Bij Eschylus, die het eerst de kunst van Thespis beschaafde, vertoont zich, in stijl en houding der stukken, nog meer van het lier- en heldendicht, dan misschien met den aard en de bedoeling van het treurspel overeenkomstig is. Dit was ook het gebrek van onzen Vondel, wien het anders, even weinig als Eschylus, aan vinding en geestkracht en oorspronkelijk dichtvuur ontbrak, en die zich der eeuw, in welke hij leefde, der eeuw van onzen volksroem, eener eeuw, die in zoo vele opzigten met die van Eschylus gelijk stond, in den volsten zin waardig toonde’.
Aldus David Jacob van Lennep, de vader van de Vondel-uitgever, in zijn elders in dit nummer aangehaalde Verhandeling over de oorzaken van de opkomst, de bloei en het verval der letteren (1811).
Gerard Knuvelder.