Lodewijk Napoleon over Bilderdijk
Sedert het vorig jaar bevindt zich in mijn bibliotheek een merkwaardig schriftelijk getuigenis van Lodewijk Napoleon over een gebrek dat hij in Bilderdijks poëzie opmerkte. De opmerking is geschreven in een luxe-exemplaar van ‘De Ziekte der Geleerden’ (1807). Op het schutblad heeft een vorige eigenaar aangetekend: ‘Dit exemplaar werd door den Koning Lodewijk Napoleon aan den Zeergeleerden Heer Iml. Capadose Med. Doct. en consuleerend geneesheer van Z.M. ten geschenke gezonden. De Aanteekening blad. 20 van het Nabericht is (zoo als verzekerd werd) eigenhandig van den Koning.’
Handschriftvergelijking bevestigde mij het laatste. De aantekening heeft blijkens inktstreepjes betrekking op een alinea waarin Bilderdijk de takken van wetenschap en kunst opsomt, die hij heeft beoefend (Nabericht, pag. 20-21). Lodewijks woorden luiden, in sierlijk Italiaans:
‘Che Uomo stupendo che ne sapera tanto! Ma che sciagura che non sapasse la Musica! ecco la raggione dei suoi versi duri, durissimi.’ De volgende regel is bij nieuw inbinden bijna geheel afgesneden, en onleesbaar. Vertaling: Welk een verbazingwekkende man, die zoveel weet! Maar hoe jammer dat hij de muziek niet beheerst! En dat is de reden van zijn harde (ruwe, onwelluidende), ja allerhardste verzen.
De aantekening van Lodewijk, die nimmer goed Nederlands leerde maar wél oor had voor welluidendheid, is interessant genoeg om het verlies van de afgesneden regel te betreuren.
Amsterdam.
Wim Zaal.