De Nieuwe Taalgids. Jaargang 49
(1956)– [tijdschrift] Nieuwe Taalgids, De– Auteursrechtelijk beschermdVondel en Rembrandt.De grondige studie van A.J.M. van der WaagGa naar voetnoot1) over dit onderwerp haalt de verzen aan: 'T is niet genoegh dat Rembrant e͡el
Hem maelde met zijn braef penseel....
Daarbij wordt het woord e͡el een adjektief genoemd. Zo dacht Molkenboer ook eerst (Vondelkroniek 1933 IV 9), maar Sterck las het als een adverbium bij maelde (Maasbode 31 Jan. 1933 Av.), wat om verschillende redenen beter lijkt te voldoen. Immers niet alleen klinkt zo'n epitheton ornans bij Rembrant tamelijk leeg, maar de dichter laat het juist op de edele voorstelling aankomen. Bovendien mag gelden, dat de hypothese van een adjektief nog in 1658 bij Vondel een ouderwetse inversie naar rederijkerstrant onderstelt, die verder een Catsiaanse dreun met overzware nadruk op het rijm meebrengt. Stelt e͡el daarentegen een bijwoord voor, dan krijgen we de zwierige overloop, die voor Vondels stijl kenmerkend is. Tenslotte komt de naam van Rembrandt nu ook door een lichte pauze sterker uit. G.B. |
|