Een nagalm van het Venusgejank.
In Nogmaals Venusjankerij II (NTg. XLVIII, pag. 100) parafraseert dr. C.M. Geerars de regel: ‘Meer, dan die van den schijn, zal deer van 't liff niet aftien’. uit Hoofts tafelspel Paris Oordeel, als volgt: ‘Als Ixion al niet van een schijngestalte afzag, zal Paris zich het bekijken van het echte lichaam niet laten ontgaan’.
Als wij het juist zien, heeft de homonymie van afzien = opgeven, laten varen en afzien = afkijken (vgl. ‘Het mooi(s) van iets afzien’. ‘Kijk er het mooi(s) niet af!’) de interpretator enigszins op een dwaalspoor gebracht.
Juno immers, herinnert hier - in antwoord op Paris' wens Juno, Pallas en Venus ontkleed te zien teneinde te kunnen beslissen wie de schoonste is - aan het feit dat Ixion in zijn hartstochtelijke verliefdheid een wolk besliep die naar haar (Juno's) beeld was geschapen. En blijkbaar stelt zij, inziende dat het onbillijk zou zijn Paris blindelings te laten oordeten, zichzelf en haar gezellinnen gerust met de volgende redenering: Ixion heeft me al eens ontkleed gezien, al was het dan in een schijngedaante; meer dan voor Ixion aan die schijngestalte valt er voor Paris aan mijn werkelijke lichaam niet te zien (of, meer populair gezegd: ‘Ik sta immers toch al te kijk!’), dus: waarom zou ik me voor Paris niet ontkleden?
Wanneer men, als Geerars, ‘afzien’ hier vertaalt door ‘laten ontgaan’, verliest de redenering alle zin.
‘Als Ixion al niet van een schijngestalte afzag, zal Paris zich het bekijken van het echte lichaam niet laten ontgaan.’ suggereert eerder een erotisch dan een zakelijk motief, waarmee de verontschuldiging ‘Wie kan hem verghen dat hij oordeel' blindeling?’ in tegenspraak schijnt.
Wel zou men kunnen stellen dat Hooft hier met beide betekenissen een opzettelijk woordenspel speelt, doch dan nog blijft het grammatisch vrij onaanvaardbare van constructies als: ‘P. zal zich dit niet meer laten ontgaan dan I.’, ‘Meer dan I. zal P. dit plan niet opgeven’.
L.M. Japin.