Prof. Dr. C.G.N. de Vooys †.
Op 6 november 1955 is Prof. Dr. C.G.N. de Vooys, 82 jaar oud, overleden aan de gevolgen van een verkeersongeval. Zijn heengaan, in volle kracht naar lichaam en geest, heeft grote ontroering gewekt in Nederland, in Vlaanderen en in Zuid-Afrika, bij allen die in onze taal en onze letterkunde belangstellen. In zijn ongewoon vruchtbare leven van velerlei werkzaamheid heeft De Nieuwe Taalgids een voorname plaats ingenomen. In 1907 heeft hij het tijdschrift samen met J. Koopmans opgericht; na het overlijden van zijn mede-redacteur in 1926 heeft hij het alleen voortgezet. En ook nadat wij beiden, zijn opvolgers aan de Utrechtse Universiteit, in 1947 tot de redactie waren toegetreden, is De Vooys het overgrote deel van het redactionele werk zelf blijven verrichten. De rubriek ‘Uit de tijdschriften’, door de lezers steeds zo hoog gewaardeerd, werd alleen door hem verzorgd; de rubriek ‘Aankondigingen en Mededelingen’ was grotendeels eveneens van zijn hand. Bovendien heeft hij geregeld artikels en boekbeoordelingen geleverd: deze eerste aflevering die zonder zijn naam op het omslag verschijnt, legt er met twee bijdragen van zijn hand duidelijk getuigenis van af, hoe hij tot het allerlaatste voor ons tijdschrift heeft gewerkt.
Van het begin af is het de opzet van De Nieuwe Taalgids geweest, de band te leggen en te onderhouden tussen de wetenschap en de praktijk van het moedertaal- en letterkunde-onderwijs. Langzamerhand is het eigenlijk didactische wat meer op de achtergrond gekomen, nadat De Vooys in 1915 zijn leraarschap aan het gymnasium te Assen had verwisseld voor het hoogleraarschap te Utrecht. Het werd trouwens gaandeweg ook minder nodig daarop sterk de nadruk te leggen; andere tijdschriften - en wij denken daarbij niet in de laatste plaats aan Levende Talen, het orgaan van de vereniging aan de oprichting waarvan De Vooys eveneens zulk een werkzaam aandeel heeft gehad - namen dit deel van de oorspronkelijke taak over.