Een mysterieus getal in een oud lied.
Dr. J.A.N. Knuttel vermeldt in zijn werk over ‘Het geestelijk lied in de Nederlanden voor de Kerkhervorming’ (blz. 171, 172) een passie-allegorie, waarin Jesus vergeleken wordt bij ‘eenen edelen hert omvaen met fellen honden’. In dat lied komen de volgende strofen voor:
Aen een calumnen was dese hert
Seer felleclick ghebonden;
Met gheeselen, met slaghen swaer
Dese overedel scoene hert,
Van eender maghet gheboren,
Hy was ghecroent al op sijn hoot
Met tweenseventich doren.
Hierbij tekende Dr. Knuttel aan: ‘Nergens vond ik een verklaring van het meer opgegeven getal van 72 doornen. Er moet echter wel een bepaalde symboliek aan verbonden zijn’.
Nu vond ik in het uitvoerige boek ‘Petri Bungi Bergomatis Numerorum Mysteria’ (Lutetiae Parisiorum, M.DC. XVIII, blz. 554-557) enige beschouwingen over het getal 72, die wat opheldering brengen, dunkt mij.
Volgens sommige kerkelijke auteurs zou de ‘Septuagint-vertaling’ te Alexandrië niet door 70 maar door 72 schrijvers tot stand gekomen zijn: ‘Eodem mysterio quo s. Dominus designavit Discipulos, legimus fuisse Septuaginta duos’. Christus' discipelen waren 72 in getal. Hiervoor wordt uit Augustinus aangehaald: ‘Sicut viginti quatuor horis totus Orbis peragitur, atque à Sole illustratur: ita mysterium illuminandi Orbis per Evangelium Trinitatis in Septuaginta duobus Discipulis intimatur. Viginti quatuor enim ter in 72 ponimus.’ Beda verklaart dit nader: God had door de Profeten bevestigd, dat de prediking van het Evandeliedes heils niet slechts Israel zou omvatten, maar ook de andere stammen der volken: ‘Et benè Septuaginta duo mittuntur, quia totidem linguarum Gentibus Evangelium praedicandum erat’.
Zou misschien de dichter van het vermelde passielied door die 72 doorns hebben willen aanduiden, dat Christus' lijden alle volken gold?
Sprekend over de Engelen, vermeldt Bungus, dat hun aantal gesteld werd op twaalf legioenen, elk van zes duizend, evenveel als het aantal soldaten van een legioen in de Oudheid. Dan spreekt hij over het aantal delen van het menselijk lichaam, dat ook gesteld wordt op 72: ‘Respondent istis totidem patentes in humano corpore articuli, quorum in quovis digito manuum et pedum habentur tres, qui cum principalibus duodecim, constituunt Septuaginta duos’.
Wellicht kan ook hierin een verklaring gevonden worden voor die 72 doornen uit het lied. Zoals de mens kan zondigen met elk van zijne ledematen, zou Christus dan voor de zonden van elk van die ledematen Zich een doorn in het hoofd hebben willen laten drukken, om voor die zonden te boeten.
Dr. H.H. Knippenberg.