Katholieke Werkgemeenschap in de Partij van de Arbeid. Daarin stond het volgende:
In de eerste maanden na het mandement hebben een aantal katholieke persorganen en organisaties in katholiek Nederland geprobeerd de sfeer te scheppen van de inquisitie. In diezelfde sfeer werden bepaalde passages uit het mandement stelselmatig overtrokken, andere passages even stelselmatig doodgezwegen.
Bij navraag onder neerlandici van uiteenlopende leeftijd en geografische herkomst bleek niemand het woord te kennen. Ook informatie in andere kring leverde niets op. De heer G. van Mourik, candidaat in de nederlandse letteren, zond mij echter, een paar dagen na de vergeefse rondvraag onder studenten, een knipsel uit de Amersfoortsche Courant van 25 Februari 1955, waar het volgende te lezen stond:
Zelfs al zou de schrijver hier alleen maar het oog hebben op gebeurtenissen in onze voetbalwereld, dan nog vind ik deze uitspraak dermate gechargeerd en overtrokken, dat een tegengeluid hier gerechtvaardigd is.
Verder is mij medegedeeld, dat Mr. Burger tijdens het televisiedebat in de Tweede Kamer van 15 Maart 1955 gezegd heeft:
Naar mijn gevoel is de eerste alinea van de motie van Mevrouw Fortanier-De Wit tamelijk overtrokken.
Dat kan bezwaarlijk een ‘overdrachtelijk’ gebruik zijn van het bekende overtrek'ken ‘bekleden, met een overtrek bedekken’, al wordt b.v. de zitting van een stoel door dat overtrekken wat dikker, zodat men met wat goede wil van daaruit tot een ‘aandikken’ zou kunnen komen.
In de vliegtechniek is een overtrek'ken bekend, dat mij omschreven wordt als ‘door scherpe stijging onbestuurbaar maken’: bij plotselinge steile stijging kan een vliegtuig ‘overtrokken’ raken, en dan bewegingen gaan maken die de piloot niet meer beheerst. Een andere omschrijving geeft Van Dale7: ‘(van een vliegtuig) met een geringere snelheid vliegen dan nodig is om de draagkracht te leveren onder bepaalde omstandigheden’, en licht die omschrijving dan met het volgende voorbeeld toe: ‘snelheidsverlies in de start is zeer gevaarlijk, daar het vliegtuig overtrokken kan raken en tengevolge daarvan wegvallen of zijdelings afglijden’. Ik moet in het midden laten welke van de twee omschrijvingen de beste is; in ieder geval hebben beide gemeen het begrip ‘onberekenbaar, onbestuurbaar maken, in een toestand brengen waarin onverwachte en gevaarlijke bewegingen te wachten zijn’. Ook van deze betekenis uit kan men moeilijk komen tot die van ‘overdrijven, aandikken’.
Er schiet dan weinig anders over dan in dat, blijkbaar zeer recente, gebruik van overtrek'ken een ‘overzetting’ (Michels, NTg. XLIII, 230) te zien van het engelse overdraw, en de zeer diepgaande en vèrstrekkende invloed van het Engels, die zich in onze taal sedert 1945 doet gelden, maakt die verklaring wel aannemelijk.
Totnogtoe heb ik in gedrukte en gesproken bewijsplaatsen alleen het participium overtrokken aangetroffen, dat min of meer aan adjectivisch gebruik doet denken. Er is evenwel, naar het mij voorkomt, geen reden om alleen een participiaal adjectief overtrokken aan te nemen; we zullen moeten voorbereid zijn ook op gewone verbale vormen als je moet het niet overtrekken en hij overtrekt de uitlatingen van zijn tegenstander.
C.B. van Haeringen.