De Nieuwe Taalgids. Jaargang 46
(1953)– [tijdschrift] Nieuwe Taalgids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdAllicht. (Naar aanleiding van afl. 2, blz. 118).Indien de heer Naarding de moeite neemt, bij de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag mijn bundel ‘Facetten’ aan te vragen, zal hij op blz. 76 het bewuste woord vinden in de betekenis, waarop hij de aandacht vestigt. Het komt voor in mijn ballade (in dialoog) van Judas Iskariot, die, dank zij het redacteurschap van A. Roland Holst en M. Nijhoff, waardig werd gekeurd opgenomen te worden in De Gids van Augustus 1929,Ga naar voetnoot1) dus ruim 23 jaar voor de aangehaalde ‘Letterkundige Kroniek’ in de Nieuwe Rotterdammer. Voor 't gemak van de lezer schrijf ik de gehele passage hier over (De ‘mindere’ apostelen praten samen bij het Laatste Avondmaal, na de Intocht in Jerusalem). ‘Hij liet ons zaal-en-bediening om niet.’ -
‘Bereekning, Andreas!
Bar-Ezra dingt naar de gunst!’ -
‘Aanhang werven is heden geen kunst,
Zelotes!’ -
‘Juist.’ - ‘Wat 'n dag!’ - ‘Eén palmtakke-veld!’ -
‘Eindloos gejuich!’ - ‘Iedre vlegel 'n held...’. -
‘Behalve de wislaars!’ - Ze hebben 't gemeld
Aan Pilatus...’ - ‘Allicht’...‘'k Wou 't graag ongeschied!’ -
‘Kijk, daar is Judas!’ -
‘Aanschouw de bestierder van Israels geld,
Zelotes!...’
Ik heb hef woord waarom het ging, gekursiveerd. Toen ik het neerschreef, had ik geen ermoeden, dat het, met die gevoelstoon, feitelijk 'n neologisme was. Maar mij dunkt, er zullen nog wel voorbeelden te vinden zijn van vóór Augustus 1929. Willem van Doorn. |
|