beoordeelt Jezus en Menacheem van dezelfde auteur. De redaktie geeft als opschrift: Twee gedaanten van één schrijver. - Erik van Ruysbeek beoordeelt De Heilige Gramschap van Maurice D'Haese onder het opschrift De Heilige Walg.
Het Boek van Nu. April. G. Stuiveling eert Bij het heengaan van Top Naeff de letterkundige verdiensten van deze schrijfster, die als mede-redactrice dit tijdschrift krachtig gesteund heeft. Nog in deze aflevering beoordeelt zij in de Kroniek van het proza de onlangs verschenen roman Het donkere huis van de Vlaamse auteur Ary Delen. - Onder het opschrift Belijdenis van verbondenheid beoordeelt G. Stuiveling de derde roman van de jonge schrijver Adriaan van der Veer, nl. Het wilde feest, waarin zijn kunst gerijpt blijkt te zijn, zodat de beide vorige romans Wij hebben vleugels en Zuster ter zee ‘verre overtroffen’ zijn. - P.H. Ritter Jr. bespreekt het nieuwe toneelstuk van Jeanne van Schaik-Willing: Odysseus weent, met toelichting van de symbolische bedoeling.
Mei. In haar laatste publicatie bespreekt Top Naeff twee Romans van Rechtsgeleerden, namelijk De zaak Torn X van François Pauwels en Het laatste uur van Albert van der Hoogte. - G. Stuiveling ontleedt en bewondert Teirlincks Meesterwerk, de onlangs verschenen roman Het gevecht met de engel. - D.J. Daalder eert de zeventig-jarige Cor Bruyn, bekend als schrijver van kinderlectuur en van een reeks eenvoudige, voor een groot publiek boeiende humanitaire romans. - Pierre H. Dubois beoordeelt Een Mythologische Fantasie, nl. De Verschijning te Kallista van Raymond Brulez, enige jaren geleden in het Nieuw Vlaams Tijdschrift gepubliceerd, maar nu als afzonderlijke uitgave verschenen. - G. Stuiveling (Meer dan spelling) wijst op afkeurenswaardige tekstwijzigingen in een afzonderlijke uitgave van de Boeken der Kleine Zielen van L. Couperus.
Roeping XXIX, Nummer 2. In de Kroniek beoordeelt Gabriel Smit Nieuwe verzen van Henri Bruning nl. de bundel Van ziel en aarde, waarin hij vooruitgang ziet als dichtkunst. Hij waarschuwt echter tegen mogelijke gevaren van het theologisch-mystieke uitgangspunt.
Streven. Mei. Lia Timmermans waardeert met piëteit De ‘Adagio’-gedichten van mijn vader, d.w.z. de bundel gedichten die Felix Timmermans in zijn laatste levensjaren geschreven heeft, en waarin zich ‘mystieke neigingen en zelfs mystieke toestanden’ openbaren. - A. Deblaere S.J. is in een artikel De kunst der Renaissance ‘op zoek naar inhoud voor een term’. De aflevering bevat verder o.a. een beknopte aankondiging van een boek van Bert Verbist: Felix Timmermans, schilder met het woord - verteller met het penseel.
Levende Talen No. 169. April. J. Kamerbeek schrijft over Klikspaans bezwaren tegen de geest der eeuw, in een Frans jeugdwerk L'ère critique ou l'art et le culte, blijkbaar geschreven onder invloed van Franse romantici als Barrault, Hugo en Chasles, en gericht tegen imitatie in de kunst. - Jef Notermans beschrijft Veldeke-Tournooien, waarbij hij partij kiest tegen Jan van Dam, die Veldeke wilde inlijven bij de Duitse letterkunde. - W.J. Noordhoek vestigt de aandacht op Een Duitse vertaling van Sara Burgerhart uit het jaar 1796, die het werk blijkt te zijn van een vrijwel vergeten romanschrijver Johan Gottwerth Müller (geb. 1743) en die opmerkelijk is zowel door de waardering als door de natuurlijke weergave van het Nederlandse