De Nieuwe Taalgids. Jaargang 46
(1953)– [tijdschrift] Nieuwe Taalgids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdEen verhandeling over scherp en zwak gesneden klinkers uit de zestiende eeuw.Een actuele kwestie was in de zestiende eeuw de uitspraak van Grieks en Latijn. In de strijd hierover liet ook Erasmus zich niet onbetuigd. Te Mechelen verdroot het Antonius Sexagius, dat het Latijn in zijn stad zo slecht werd uitgesproken. Daarom schreef hij in 1576 zijn Orthographia BelgicaGa naar voetnoot1), een boekje dat te veel ingrijpende veranderingen in de spelling voorstelde om in zijn tijd succes te hebben, maar dat het nageslacht een duidelijke beeld geeft van het toenmalige Mechels. Merkwaardig modern doet zijn beschouwing over de klinkers-medeklinkers op of bij het eind van lettergrepen aan. In onze tijd kent men de opvatting van Sweet, Jespersen, Sievers over gedekte resp. scherp gesneden en ongedekte resp. zwak gesneden vocalen, welke opvatting door gezaghebbende deskundigen te onzent wordt gedeeld. (De Vooys, Nederlandse Spraakkunst; Schönfeld, Hist. Gramm. laatste druk).Ga naar voetnoot2) De benaming ‘scherp en zwak gesneden’ is van Sievers. Maar zoals Columbus vergeten voorgangers heeft gehad bij de ontdekking van Amerika, zo heeft Sievers zijn voorloper gehad in de Nederlander Sexagius, die in zijn Ortho-graphia reeds de termen ‘afsnijden’, ‘plotseling afbreken’ en synoniemen gebruikt bij de behandeling van deze materie. Het is begrijpelijk dat hij daarbij met het Latijn voor ogen, de benamingen ‘kort’ en ‘lang’ niet loslaat. Hier volgt in 't kort iets van zijn beschouwing (Leuv. Bijdr. III pag. 206-219): Als een klinker verkort moet worden, kan dit op geen andere manier geschieden dan door snelle toevoeging van de consonant die hem volgt, zodat deze | |
[pagina 223]
| |
plotseling de klank van de voorafgaande vocaal afbreekt en op deze wijze moeten wij een korte vocaal van een lange onderscheiden. Als ge deze regel in acht neemt bij de eerste lettergreep van het woord casa (om één voorbeeld uit vele te noemen) en ge tracht de klank van de vocaal zo snel mogelijk door onmiddellijke toevoeging van de volgende consonant te sluiten of te verkorten, dan zult ge een klank horen alsof er cassa geschreven stond; niet dat er inderdaad sprake is van een gegemineerde consonant, maar omdat het niet anders kan, of een cons. die de klank van de voorafgaande vocaal zo snel mogelijk afbreekt, oefent zulk een kracht op die vocaal uit, dat de cons. aan de voorafgaande vocaal niet minder dan aan de volgende schijnt vast te kleven (conglutinata videatur). Indien ge daarentegen ca in casa lang wilt uitspreken, moet ge juist andersom de eerste vocaal van de consonant die haar volgt zoveel en zo ver mogelijk verwijderen en scheiden (remotissime diducere et seiungere), opdat de medeklinker onder geen voorwaarde haar klank afbreekt; als ge dit doet in casa, zult ge een klank horen alsof er geschreven was caasa of desgewenst caaasa. Een andere wijze van verkorten resp. verlengen kan men niet bedenken. S. geeft dan een groot aantal voorbeelden in de moedertaal als bac-backen, val-vallen, meervouden en vormen van werkwoorden om aan te tonen, dat ‘korte’ syllabe kort blijft bij toevoeging van een lettergreep (hij vergeet helaas woorden als dag, dal enz.) en hoe Latijnse woorden in zo'n geval uitgesproken moeten worden; moet een vocaal kort zijn, dan moet hij door toevoeging van de volgende letter (hetzij vocaal, hetzij cons.) worden afgesneden (incidatur). In vide b.v. waarin de eerste vocaal kort moet gezegd worden, dient men er voor te zorgen dat aan i terstond de volgende cons. wordt toegevoegd, zodat men niet anders opmerkt dan dat die cons. onverbrekelijk met haar verbonden is (adhaerens conglutinataque), zoals wanneer wij zeggen bidden; alsof in plaats van vide vidde geschreven stond. In vîdi evenwel moet ge u er, zoveel in uw macht is, voor hoeden de lengte van de vocaal lichtvaardig af te breken en af te scheuren door de volgende cons., maar de volle kracht van die cons. moet ge werpen op de volgende lettergreep. Aldus zet S. met al of niet ‘afsnijden’ en een keur van synoniemen zijn standpunt uiteen. K. Kooiman. |
|