De Nieuwe Taalgids. Jaargang 44

Aankondigingen en mededelingen.

Het Maerlant van Maerlant.

In De Tijd van 5 September 1.1. vestigt L.C. Michels de aandacht op ‘een nieuwe hypothese’ over Jacob, die coster van Maerlant, onlangs geopperd door de Vlaamse pastoor Noterdaeme, op grond van archief-onderzoek. Hij onderstelt dat ‘de coster’ geen ambt, maar een eigennaam zou zijn, en dat met Maerlant niet een plaats bij Den Briel bedoeld zou zijn, maar het Maerlant, gelegen in het Vrije van Brugge, waar Jacob geboren was. Voor de betrekkingen met Hollandse edelen zou wel een oplossing te vinden zijn. Weinig aannemelijk acht Michels de vereenzelviging van Gheile, aan wie de Alexander opgedragen zou zijn, met een zekere Heila van Roden, die al tot een andere generatie behoort.

Introduction à l'histoire de la littérature néerlandaise.

De inaugurele rede van de Luikse hoogleraar Prof. Dr. M. Rutten, in Levende Talen gepubliceerd, is bij dezelfde uitgever nu ook afzonderlijk verkrijgbaar.

De dichter Marsman en zijn kring.

In de reeks Lessen in Literatuur onder redactie van Dr. J. Haantjes en Prof. Dr. W.A.P. Smit is een nieuw deel over dit onderwerp verschenen ('s Gravenhage - G.B. van Goor Zonen's U.M. - 1951, 148 blz. Prijs f 2.95) verdeeld over tien lessen, vergezeld door opgegeven ‘Werkzaamheden’.

[p. 350]

Facetten-reeks.

Bij de bovengenoemde uitgever zullen een aantal boekjes verschijnen, waarin voor onderwijsdoeleinden verschillende letterkundige genres behandeld worden. Op een korte inleiding volgen voorbeelden, die aanleiding geven tot een reeks vragen. De prijs (f 0.95 per deeltje) is laag gehouden om het mogelijk te maken dat ze op de boekenlijsten van de scholen geplaatst worden. Tot nu toe verschenen twee deeltjes: De Fabel, bewerkt door Dr. J. Haantjes, en De ballade, bewerkt door Drs. J.H. Westerhuis.

Uit de werkplaats van R.C. Bakhuizen van den Brink.

In de Bibliotheek der Nederlandse Letteren verscheen een nieuw deel, met een uitvoerige keuze uit de geschriften van Bakhuizen van den Brink: karakteristieke fragmenten uit jeugdwerk, persoonlijke uitingen en historische studiën, samengesteld door Dr. J.M. Romein, met medewerking van J. Haak. Een breed opgezette, voortreffelijke Inleiding (blz. I-XXXIX), door J. Romein, geeft een levensbeschrijving met een karakterschets, waarin vooral Bakhuizen's ontwikkeling en talent als historicus tot z'n recht komt. Daarin vindt men dus een welkome aanvulling van Colmjon's biografie.

C.d.V.