Ingekorte samenstellingen.
(Aanvulling bij NTg. XLI, 220 vlgg.)
Onze medewerker Chr. Stapelkamp gaf mij nog enige aardige voorbeelden van inkorting. In het dialect van de Utrechtse Vechtstreek heette in zijn jeugd de vrouw van een tuinman of tuinbaas (op de grote buitens aan de Vecht) de tuinvrouw. Regenton en grasmachine mogen opgevat worden als verkort uit regenwaterton en grasmaaimachine. Het laatste woord komt ook nog wel in de volledige vorm voor, zoals aardappelschilmesje niet helemaal onbekend is naast het gewonere aardappelmesje. Een takkeschelft is in Groningen een schelf van takkebossen. Andere groningse voorbeelden zijn peerbaalk = peerstaalbaalk, balk in de paardestal, en peerzolder, de zolder boven de paardestal.
Aan deze voorbeelden, die ik aan de heer Stapelkamp verschuldigd ben, voeg ik een curiosum toe, dat in NTg. XLI niet is genoemd, nl. Coloradoprocessen, aangetroffen in Het Vaderland, avondblad van 8 Augustus 1939, als kop boven een artikel, = Coloradokeverprocessen ‘processen over (het nalaten van maatregelen ter bestrijding van) de Coloradokever’.
En ten slotte noem ik nog een voorbeeld dat van vrij oude datum moet zijn (al maakt het WNT. er, merkwaardig genoeg, geen melding van), en wellicht juist om zijn algemene gangbaarheid nog niet eerder is opgemerkt, nl. geslachtsziekte, ziekte van de geslachtsdelen of geslachtsorganen. Misschien is het duitse Geschlechtskrankheit er niet vreemd aan. Aan het duitse woord zien we dan dat het Duits, in het algemeen heel wat minder schroomvallig tegenover langademige samenstellingen dan het Nederlands, ook wel eens ingekort heeft.
C.B.v.H.