De Nieuwe Taalgids. Jaargang 43
(1950)– [tijdschrift] Nieuwe Taalgids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdVerschut - voor schut.Volgens een correctienoot, door Dr. Bezoen toegevoegd aan zijn artikel over voor schut staan (N.Tg. 43, 228 v.) ‘is Ter Laan blijkbaar de eerste geweest, die verschut op zijn plaats heeft gezet’. Het blijkt niet, of Moormann, op wie Bezoen zich beroeptGa naar voetnoot1), gedacht heeft aan verband tussen de slang-uitdrukking en het bargoens; hij had trouwens t.p. geen aanleiding zich daarover uit te spreken. Duidelijker ligt het geval bij Stoett, die immers met zijn spreekwoordenboek geen woordenboek van het bargoens bedoelde te geven. In zijn artikel ‘verschutten’ heeft deze een tamelijk rijk materiaal uit de boeventaal bijeengezet, o.a. voor 't schut zijn, of staan, ‘er bij zijn’, verschut, ‘gevangen, betrapt’. Als eigenlijke betekenis van verschutten, hd. verschütten geeft hij op: er een schotje voor schieten, verhinderen, vandaar tegenhouden, opsluiten. Hij verwijst naar mnl. verschutten; er is geen aanwijzing, dat hij aan het schutten van vee gedacht heeft. Een tweede plaats, waar Stoett het onderwerp raakt, is zijn artikel | |
[pagina 290]
| |
kouscher. Men zie wat hij daar zegt over treife, verschut, treifel verschut, syn. van voor 't schut raken. Het valt op dat Stoett spreekt van voor 't schut en verschut, maar niet vermeldt: voor schut. Dit laatste is het enige dat mij bekend is, ook het enige dat een beperkte navraag in mijn omgeving opleverde. Indien de voorgestelde verklaring het wit treft, zal men deze vorm moeten beoordelen als een mengproduct van hypercorrectie en analogie, het laatste naar voor gek, voor piet snot e. dgl. Wat bij Stoett ontbreekt, is de verdere uitbreiding van de betekenis, zoals die bij Ter Laan en Bezoen gegeven wordt. De Woordenschat van De Beer en Laurillard (1899), waarnaar Stoett verwijst, heeft schutten, barg. ‘in hechtenis nemen’; trijfel verschut, barg. ‘op heeterdaad betrapt’. L.C. Michels. |
|