Vri = zeer?
Jaargang XXVII van De Nieuwe Taalgids bevat twee bladvullingen onder het opschrift: ‘vri = zeer?’ De heer F.H. d'Angremond oppert de veronderstelling, dat vri in de combinatie vrij onverveert de betekenis heeft van: voorzeker, voorwaar, en niet die van: zeer.
In een bundeltje ‘Zangzaad’, dl. 2 trof ik een Afrikaans liedje: Vaalrivier Vallei, waarvan het tweede couplet luidt:
In Suid-Afrika is ek thuis weer,
In die vry skoonste land van almaal,
In die arms van my edele nooie
Sal die dood my alleen daar weghaal.
Stellig is vrij hier, in combinatie met de volgende superlatief, niet versterkend, maar bevestigend-modaal gebruikt. Dat deze plaats iets verklaart ten aanzien van het gebruik van vri in zestiende-eeuwse teksten, durf ik niet beweren. Ook omdat dit versje een vrije bewerking is van een Amerikaans prairie-liedje (The Red River Valley) en dus niet niet zo oud kan zijn.
Wel vond ik enige plaatsen in spelen van Louris Jansz., opgenomen in ‘Noordnederlandse Rederijkersspelen’ (Bibliotheek der Nederlandse Letteren), uitgave verzorgd door Dr. N. van der Laan, n.l. Een spel van zinnen van Meest Al, die om pais roepen, vs. 10-13:
Is mijn dood u een lust; hebdij dat voren?
Doet dan uw behoren en wilt mijn ontlijven;
Spoeit u vrij dra en laat mijn niet blijven
Langer in dees elenden....
Een ander spel van zinnen, roerende van Meest Al, vs. 450: Schikt u vrij tevreen, ik moet hier blijven.
Arnhem.
D. Holzscherer.