tekenen, evenals het oudere voortmeer en rechtevoort. - A. Zijderveld beoordeelt het Nijmeegse proefschrift van Jos Vandervelden: Vondels wereldbeeld. G.G. Kloeke beoordeelt A. van Loey's Middelnederlands Leerboek en is zeer ingenomen met een proefschrift van Arnold Rakers: Die Mundarten der alten Grafschaft Bentheim und ihrer reichdeutschen und niederländischen Umgebung, waarin ook op de uitstraling van het Nederlands nadrukkelijk gewezen wordt.
Oud-Holland LXIV (1950). Een uitvoerige en degelijke studie wijdde A. Zijderveld aan Cesare Ripa's Iconologia in ons land, vertaald door D. Pietersz. Pers, waaraan tot nu toe in de litteratuurgeschiedenis onvoldoende aandacht geschonken is. De invloed, zowel op de beeldende kunst als op de dichtkunst is tot diep in de achttiende eeuw groot geweest. De uitwerking van 1743-50 (Het groot natuur- en zedekundig Wereldtoneel of Woordenboek) is ten onrechte geheel op naam gesteld van Poot, die voornamelijk de taal moderniseerde; de eigenlijke bewerker is de Alkmaarse rector Ouwens. Deze studie is aardig geïllustreerd.
Ons Geestelijk Erf. Dec. P. Pacificus Van Herreweghe besluit zijn studie over De Leuvense bijbelvertaler Nicolaus van Winghe, zijn leven en zijn werk.
Het Boek XXX, afl. 1. A.A. van Rijnbach vestigt de aandacht op Een onbekende spectator en zijn samensteller Egbert Buys. Deze niet zeer belangrijke periodiek dagtekent van 1750.
Wending. Febr. In een Kroniek van Letterkundige Studies geeft P. Minderaa een reeks van beknopte, karakteriserende besprekingen.
Museum. Nov.-Dec. J.C.H. de Pater beoordeelt Chr. Stapelkamp's bloemlezing uit de psalmvertalingen van Marnix. - A. van Loey beoordeelt het Nijmeegse proefschrift van S. van der Meer: Verloër Stadt-texte.
Jan.-Febr. K. Heeroma beoordeelt de nieuwe uitgave van Van Dale's Groot Woordenboek en de Nomina Geographica Neerlandica XIII. - J.F. Heybroek heeft weinig lof voor Gerlach Royen's Spellingtournooi. Deze in konservatieve geest geschreven beoordeling bevat o.a. de bewering, dat het spellingonderwijs na de vereenvoudiging moeilijker geworden is, wat weinig onderwijzers en leraren met hem eens zullen zijn.
Acta Linguistica V fasc. 2. Uit dit deel vestigen wij de aandacht op een drietal artikels, namelijk Mécanisme et mentalisme en langage, door Louis H. Gray, Langue mixte et mélange de langue, door A. Rosetti, en Some Remarks on Writing and Phonetic Transscription, door J. Vachek.
Nederlands Theologisch Tijdschrift 1950. In een studie Heer Halewijn en de goddelijke bedrieger wijst J.J. Mak in de bekende Middelnederlandse ballade allerlei sacrale en mythische motieven aan, op grond van uitgebreide belezenheid.
C.d.V.