De Nieuwe Taalgids. Jaargang 43
(1950)– [tijdschrift] Nieuwe Taalgids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd‘Cetera non desunt’.Toen indertijd op het gymnasium het cetera desunt, waarmee Hildebrand zijn Gerrit Witse afbreekt, ter sprake was gekomen, verraste een leerling mij met een exemplaarGa naar voetnoot1) van het onlangs door Dr. Stutterheim gesignaleerde boekje. Naar zij mij meedeelde was het geschreven door haar grootvader, Dr. A.H. Raabe. Van deze vermeldt het Biogr. Wbk. van Frederiks en Van den Branden o.a. dat hij in 1834 geboren is te Nijmegen, dat hij te Utrecht in de letteren heeft gestudeerd en is gepromoveerd en dat hij sinds 1888 aan het hoofd heeft gestaan van het bekende instituut Noorthey te Voorschoten. Er worden enkele geschriften van hem opgesomd, vooral op het gebied van onderwijs en godsdienstgeschiedenis. Het hier bedoelde werkje wordt er niet genoemd, evenmin als het pseudoniem Gelrus. Met Beets blijkt Dr. Raabe jaren te voren te hebben samengewerkt: de catalogus van de Nicolaas-Beetstentoonstelling in Pulchri-Studio, Maart 1904, verzorgd door Dr. Johs. Dyserinck, vermeldt - behalve het boekje van Gelrus - een op hun beider naam staande Bloemlezing uit de werken van Mr. J.J.L. van der Brugghen, 1880. In diezelfde catalogus wordt nog genoemd: Dr. A.H. Raabe, Over de Stichtelijke Uren van N. Beets (in de Stemmen voor Waarheid en Vrede van 1886). D.C.T. |
|