Vernederlandsing in een Molière-vertaling.
In 1685 bewerkte P. de la Croix een vertaling van Molières Précieuses ridicules met de titel Belachelijke Hoofsche Juffers. Daarin laat hij Haripon op de volgende wijze bluffen op zijn grote bekwaamheid:
Ik wil geen Hoofd noch Vondel wijken,
Jan Vos, vol spreuken in zijn dicht,
Valt bij mij duizend pond te licht,
Ik laat mij in Rondeelen hooren,
Sneldichten zijn mij aangeboren.
In Knippelvaers en Anagram
Draag ik de roem van Amsterdam.
'k Heb in de Dichtkunst groote greepen,
'k Weet waar men é en ó moet streepen
De Q die ruk ik uit zijn stee,
Als Lubber van het A.B.C.
Dit laatste is een spotternij met de nieuwe spelling van Nil Volentibus Arduum.
C.d.V.