Van Dam, Van Dijk.
Een veel voorkomend type van nederlandse geslachtsnamen is dat met van, gevolgd door de naam van een algemeen aardrijkskundig begrip, zoals akker, baan, beek, berg, bos enz. Meestal hebben deze namen na van het lidwoord in een oude verbogen-casusvorm (die lang niet altijd een betrouwbare aanwijzing geeft voor het vroegere genus van het volgende substantief): Van den Akker, Van der Baan, Van den Bosch, Van der Hoek, Van 't Hof, Van der Laan, Van der Meer, Van den Oever of Van 't Oever, Van der Vaart, Van der Veer of Van 't Veer, Van de Vijver, Van der Weide(n) enz. enz. Sommige van deze namen komen ook wel zonder lidwoord voor: zo zijn Van Beek en Van Veen heel gewoon; hier kunnen trouwens Beek en Veen ten dele aardrijkskundige eigennamen zijn waarbij geen lidwoord te verwachten is, evenmin als b.v. in Van Alphen, Van Delden, Van Diemen, Van Goor, Van Hattum, enz. enz. Ook Van Hoek komt wel voor, en Van Vliet is even gangbaar als Van der Vliet. Maar de meeste namen van het hier bedoelde type doen zonder lidwoord uitermate vreemd aan: Van Baan, Van Berg, Van Bosch, Van Laan, Van Meer, Van Vaart zijn, àls ze voorkomen, uiterst zeldzaam.
Bij deze stand van zaken is het zeer opmerkelijk, dat juist de karakteristieke nederlandse namen Van Dam en Van Dijk, die tot de allermeest voorkomende van hun type behoren, zelden of nooit het lidwoord hebben. Mij is geen Van den Dam of Van den Dijk bekend. Aan toeval kunnen we heel moeilijk denken. Er moet aan dam en dijk iets gemeenschappelijks zijn, dat de afwezigheid van het lidwoord verklaart. Misschien is dat de d aan het begin. We zullen ons dan moeten voorstellen dat vele of de meeste van de talrijke namen Van Dam en Van Dijk aanvankelijk ook het lidwoord gehad hebben en bij hun eerste opkomen gesproken of bedoeld zijn als Van de Dam of Van de Dijk. Bij snel spreektempo echter zal dat lidwoord tegenover de onmiddellijk volgende d van Dam en Dijk weinig distinctie hebben gehad. Snel spreektempo is verklaarbaar juist bij geslachtsnamen, die min of meer formules zijn, waarvan de samenstellende delen niet scherp bewust worden: zo kon een Van d' Dam, Van d' Dijk acoustisch de indruk maken van Van Dam, Van Dijk, en in deze laatste vorm schriftelijk worden gefixeerd. Waarschijnlijk heeft de eerste schriftelijke fixering op de latere, traditioneel geworden vorm van geslachtsnamen grote invloed gehad, zodat een Van de(n) Dam, uit streken of kringen waar het lidwoord door langzamer spreektempo of zwaardere vorm (den, der) meer individualiteit behield, geen kans meer kreeg om algemeen te worden. Hetzelfde zou dan gelden van Van Duin. Van der Duin is geenszins onbekend, maar blijft toch tegenover de vorm zonder lidwoord ver in de minderheid.