De Nieuwe Taalgids. Jaargang 36
(1942)– [tijdschrift] Nieuwe Taalgids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 257]
| |
De lidwoordsvorm den (d'n) in het hedendaags Fries.Hy sei sa forheflich as er koe', ‘Nou het den donder him sels scienmeitse wollen....’ (Hij zei zo heftig als hij kon: nu heeft die duivelse kerel zichzelf willen schoonwassen). Den donder, een echte emphatische nominatief die men in het Fries niet zou verwachtenGa naar voetnoot1). Hij is te vinden in de Rimen ind Teltsjes van de gebroeders Halbertsma (Deventer, 1871), blz. 194. Deze n-vorm, duidelijk ontstaan onder invloed van het affect, zal ook de hedendaagse Fries nog vertrouwd in de oren klinken, hij kan daar ongetwijfeld analoge voorbeelden naast plaatsen. Een traditionele nominatief-vorm met n is: uws ljeawenhear (Rimen ind Teltsjes 258; dezelfde vorm na voorzetsel o.a. blz. 307); het aantal voorbeelden is gemakkelijk te vermeerderen. In 17de-eeuwse Hollandse (Amsterdamse) kluchtentaal is Onze Lieven Heer de normale vorm. Men vindt in het Fries nog meer sporen van oude n-‘buiging’: it is dy God yn den heagen himel klagge (geklaagd), R.i.T. 281; op den duur, R.i.T. 281. Wendingen als de laatste zijn door enclytische aansluiting van het lidwoord aan de praepositie geworden tot op 'en dûr; o.a. ook troch'en tiid (door de tijd = gewoonlijk); troch'en deiGa naar voetnoot2) (dagelijks); vgl. Sipma, Phonology § 204 en Fr. Wdb. i.v. troch. Sipma noemt ook: for den divel, for den donder, waar de -n nog duidelijk zijn affectieve rol speelt. Laat ik besluiten met al dendei, de gehele dag, of dagelijks. Het was mijn bedoeling enkele sporen van een mannelijke nominaalklasse in het hedendaagse Fries te laten zien. De echte emphatisch nominatief is onder dit materiaal dat kan worden uitgebreid, wel het meest opvallend. A.A. Verdenius. |
|