Aankondigingen en mededelingen.
In memoriam
J.H. van den Bosch (1862-1941).
De naam van Van den Bosch is onverbrekelijk verbonden met de vernieuwing van ons moedertaal-onderwijs. Allen die zijn boeiend onderwijs, zijn bezielende omgang genoten hebben, zullen hem dankbaar herdenken, nu hij in November l.l. op bijna tachtigjarige leeftijd na een welbesteed leven heengegaan is. In het biezonder verdient zijn nagedachtenis geëerd te worden in dit tijdschrift. Al heeft zijn naam nooit op het titelblad gestaan, mijn vriend Koopmans en ik beschouwden hem als mederedakteur en nodigden hem steeds tot onze redaktiesamenkomsten uit. Wij beschouwden immers ons werk als een voortzetting van Taal en Letteren, waarin Van den Bosch naast Buitenrust Hettema de hoofdleiding had. De rechtstreekse medewerking is door biezondere omstandigheden niet zo groot geweest als wij gehoopt hadden, maar zijn belangstelling in ons tijdschrift is tot het einde toe onverflauwd gebleven. De betekenis van deze zeer biezondere pedagoog en geleerde hopen wij later uitvoeriger uiteen te zetten.
C.d.V.
Verwey's Dichterschap.
Bij de firma C.A. Mees te Santpoort verscheen onlangs een bundeltje met drie opstellen van I.P. de Vooys, getiteld In het midden van Verwey's Dichterschap. Het zijn herdrukken van artikels die indertijd gepubliceerd zijn in De Kroniek en De Beweging, na de verschijning van Verwey's dichtbundels: Uit de lage landen bij de zee, Het Blank Heelal en Het Levensfeest, om daarin ‘de onderlinge samenhang als een kunstig samenstel’ aan te tonen. Aanleiding tot deze herdruk was, gelijk de uitgeefster verklaart, de uitvoerige studie van S. Vestdijk: Albert Verwey en de Idee, waarin een geheel andere en veel minder waarderende interpretatie van het werk van deze dichter gegeven is.
Theorie van den catalogus.
Van de firma J.B. Wolters ontvingen wij een nieuw werk, met bovenstaande titel, van Dr. H.E. Greve (124 blz. Prijs f 3,50), dat een plaats vraagt naast de praktische handboeken, ter beantwoording van de vraag: ‘Wat doet men eigenlijk en hoe denkt men als men catalogi bouwt?’