De Nieuwe Taalgids. Jaargang 36
(1942)– [tijdschrift] Nieuwe Taalgids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdEen opmerkelijk gebruik van het bijvoegelijke ander.In Onze Taaltuin VI, blz. 45 heb ik vbb. gegeven van een bijv. vnw. ander in eigenaardig gebruik. Ze kwamen in hoofdzaak uit 17de-eeuwse Hollandse kluchten, Mnl. materiaal had ik eigenlijk niet. Zo vindt men in Coster's Teeuwis de iene warme pancoeck of d'are leckere Wafel (een warme pannekoek of anders (mogelijk) een lekkere wafel). Een in de Taaltuin niet besproken vb. is: een rekening.... van de iene Snijer of van de aere Winkelier (W.D. Hooft's Hedendaagse Verlooren Soon, blz. 17r). Dezer dagen viel mijn oog op een plaats uit Jans Teesteye: Lantsheren ofte ander papen, Die altoes plucken ende rapen....Ga naar voetnoot2), dat is dus: vorsten of (anders; ook wel) priesters, die enz. De wending - voorzover ik weet tot dusver niet opgemerkt - komt ook in 17de-eeuwse taal gewoonlijk voor in een zodanig verband, dat men mag aannemen dat er een accent van geringschatting, van kleinering in ligt (zie verder Onze Taaltuin VI). Landsheren en papen hebben hier, in het Mnl. vb., als gemeenschappelijk element hebzucht, schraapzucht. A.A.V. |
|