Driedeling.
Het spreekwoord zegt dat alle goede dingen in drieën bestaan. Dat het omgekeerde ook waar is zou ik niet graag beweren. Maar een feit is dat heel wat preken in protestantse kring op hun orthodoxie beoordeeld zijn en worden naar de indeling die de prediker heeft gekozen. Een goede preek wordt gehouden naar aanleiding van een tekst en de verdeling van de stof wordt in drie punten gemaakt en naar aanleiding daarvan uiteengezet. Een preek die over de uittocht uit Egypte handelt kan bijv. aldus in punten worden aangekondigd: le de moeilijkheid van de uittocht; 2e de heerlijkheid van de uittocht; 3e de zegen van de uittocht.
Deze gewoonte is zo sterk geworden of geweest, dat ze schrijvers over allerlei onderwerpen in bladen en blaadjes voor het orthodoxprotestantse publiek schijnt te beïnvloeden. Zonder dat ze het soms willen, groeperen ze in drieën. In het nummer van ‘De Vaandrager’, orgaan van de Bond van Ned. Hervormde Jongelingsverenigingen op Geref. grondslag, van 17 Sept. 1941, 29ste jaargang nr. 48, wordt op blz. 395 een artikel aangetroffen van M. N(oteboom) over ‘De film in het algemeen’. In één kolommetje van 71 regels tref ik liefst zes voorbeelden aan waarbij deze driedeling is aangehouden. Hier volgen ze:
1. | Vele films zijn zouteloos, zedeloos en goddeloos. |
2. | Het publiek dat steeds op sensatie, emotie en variatie uit is. |
3. | Het gaat niet langer om het schoone, maar om de sensatie en emotie, om de gevoelsprikkeling. |
4. | .... en is er geen onderscheid met teekeningen, fotografieën of illustraties in de boeken. |
5. | Men denke slechts aan de tooneelsfeer, de duisternis in de zaal, de onware en abnormale voorstellingen. |
6. | .... kunnen sommige voorstellingen angstaandoeningen opwekken, of prikkelen tot navolging (nadoen, diefstal, onzedelijkheid enz.). |
Zo sterk staat dus de ‘innere sprachform’ onder invloed van het milieu waarin men is opgegroeid en waarin men leeft.
Dr. J.P. Prins.