Vrij = zeer.
In de Nieuwe Taalgids, jaargang 27, blz. 222 vraagt C. de V. naar bewijsplaatsen, om te beslissen, of het woordje vrij als versterkend bijwoord in 1568 reeds gangbaar was, zulks naar aanleiding van de kwestie, hoe de vierde regel van het Wilhelmus moet verklaard worden: betekent vrij daar onafhandelijk of heeft het daar reeds de betekenis van zeer? Op blz. 314 van dezelfde jaargang geeft de heer F.M. d'Angremond enkele voorbeelden van dat gebruik uit de 16e eeuw, dus uit de tijd dat het Wilhelmus ontstaan is, hoewel hij er bij voegt, dat een andere betekenis, n.l. die van voorzeker, voorwaar, ook aanvaardbaar is. Mag ik - nu de kwestie weer aan de orde gesteld is door den heer G.W. Wolthuis, die in het Juli-nummer 1940 van Levende Talen de uitgave besproken heeft, welke de heer S.S. Mensonides van ons volkslied het licht heeft doen zien - mag ik wijzen op een plaats in het Wilhelmus zelf, n.l. op het vijfde couplet, waarvan de tweede helft naar de uitgave van het Geuzen Liedboek van 1620 luidt:
Voor Godes Woort gheprezen
Als een helt sonder vreesen
Myn Edel Bloet ghewaeght.
Deze plaats versterkt m.i. de opvatting van hen, die menen, dat in het eerste couplet van ons volkslied vrij door zeer moet worden weergegeven.
Trouwens, wie het eerste couplet aandachtig leest, zal ook dan reeds tot die conclusie komen. Het couplet toch bestaat uit vier zinnen, die alle vier iets mededelen; bovendien bevatten alle vier deze bijzonderheid, dat er een versterking in voorkomt: ‘van Duytschen bloet’ versterkt de mededeling, die op zich zelf al vodoende moest zijn: ‘Wilhelmus van Nassouwe ben ick.’ Zo versterkt ook: ‘tot inden doot’ het voorafgaande: ‘Het vaderlandt ghetrouwe blijf ick.’ De vierde constateering (in regel 7 en 8) wordt versterkt door het bijwoord altijt, en zo vinden wij in de 3e mededeling (regel 5 en 6) een zelfde versterking: vry onverveert, dat aansluit bij het overigens reeds bekende: ‘Een Prince van Oraengien ben ick.’ Gegeven deze bijzonderheid, komt het mij voor, dat wij, mede om de eerstgenoemde reden, vrij in het eerste couplet het beste vertalen door zeer.
Groningen.
J. van der Baan.