Nederlandse Poëzie van deze tijd.
Als pendant van het boekje Nederlands Proza van deze Tijd, in onze vorige jaargang met ingenomenheid aangekondigd, gaf Dr. Marie H. van der Zeyde een soortgelijke samenvatting van de hoofdstromingen in de poëzie sinds 1880, bestemd om als grondslag voor een cursus in letterkunde te dienen (Arnhem - Van Loghum Slaterus' U.M. - 1941; prijs f 0,85). Ook dit boekje kunnen wij warm aanbevelen. Ondanks de beknoptheid is het helder en boeiend geschreven, met goede smaak en juist inzicht. De karakterisering van personen, ook levende tijdgenoten, geschiedt zonder omwegen: het oordeel is uiteraard subjectief, vaak scherp, maar steeds weloverwogen.
De stof, tot hoofdpersonen en hoofdzaken beperkt, is verdeeld in zeven hoofdstukjes: I Inleiding, met een schets van de beweging van Tachtig, II Omslag: socialistische poëzie, voornamelijk Gorter en H. Roland Holst, III Andere wegen: Gezelle, IV De afgewenden: Leopold en Boutens, V De lijn van De Beweging, VI De oorlogsgeneratie, VII Het heden. De schrijfster heeft haar boekje (en de daarop te baseren cursus) bestemd voor mensen die ‘van gedichten houden en er wel iets van afweten’, en voor degenen die ‘er niets om geven, en er trouwens niets van weten ook.’ Wij zijn overtuigd dat ook menige docent met dit inderdaad paedagogisch opgezet schema zijn voordeel zal kunnen doen.
Frans Erens: Suggesties. Critieken, invallen en verbeeldingen.
Naast de bundels schetsen en litteraire kritieken, die Frans Erens († 1935) zelf bundelde, bleef nog vrijwat onuitgegeven en verspreid werk te verzamelen. Met toewijding heeft Pierre van Valkenhoff die taak verricht in een mooi verzorgd boekdeel (Maastricht - N.V. Lester-Nypels - 1941) met een portret naar de schilderij van Isaac Israëls. De verzameling bestaat uit drie gedeelten: Critieken, voornamelijk over Franse tijdgenoten, maar ook beschouwingen van algemene aard (Gedachten over Critiek; Litteraire Essenties). Dan een reeks Invallen (blz. 109-167), losse gedachten over personen en letterkundige verschijnselen, uit de latere levensjaren, getuigende van gerijpte kennis en inzicht, en vaak zeer lezenswaardig. Ten slotte schetsen en romanfragmenten, voor een groot deel ongepubliceerd. De uitgever schetste de persoonlijkheid van Erens in een met piëteit geschreven Inleiding (blz. 7-14) en gaf aan het slot een bibliografie van zijn geschriften.
C.d.V.