hun persoonlijkheid in hun werk hebben uitgedrukt’, en stelt daarbij de vraag: ‘welke veranderingen ziet men de poëzie daarbij ondergaan? hoe wijzigt zich het algemeene beeld, dat het werk eener periode, ondanks de bijzonderheid van elke verschijning op zichzelf, tevens vertoont?’ Na een inleiding over Nieuwe dichters en de werkelijkheid worden dan een negental afzonderlijk besproken, namelijk: Ed. Hoornik, Jac. van Hattum, Gerard den Brabander, M. Mok, G. Achterberg, Halbo C. Kool, Clara Eggink, Han G. Hoekstra en Eric van der Steen. Het slothoofdstuk heet: Vieux jeu der romantiek en nieuwe poëzie.
Nederlands proza van deze tijd.
Voor de uitgavenreeks van de Arbeidersgemeenschap der ‘Woodbrookers in Holland’ (Arnhem - Van Loghum Slaterus' U.M. - 1940) stelde Dr. Marie H. van der Zeyde een boekje samen, bescheiden van omvang en opzet, maar degelijk en boeiend van inhoud. Het is een handleiding voor letterkundelessen, door de schrijfster te Bentveld gegeven, en nu voor ‘belangstellende maar niet onderlegde lezers’ gedrukt, om inzicht te geven in het Nederlandse proza van de laatste vijftig jaar. De stof is meestal gegroepeerd naar onderwerpen, met een karakteristieke figuur als middelpunt, gelijk uit de volgende titels van de paragrafen blijkt: I ‘Tachtig’; Van Eeden II Boeken over kinderen; Van Looy III Augusta de Wit en de rol van ‘de tropen’. IV De volgende generatie en de ‘gewone psychologische roman’ V De dromers; Van Schendel VI Het verschijnsel van de boerenroman VII Vrouwenboeken. Het slot: Sterren van nu geeft slechts enkele losse aantekeningen. Een volledig overzicht van deze periode lag dus niet in de bedoeling van de schrijfster. Ook meer ‘onderlegde’ lezers zullen de fijne karakteristiek van auteurs als Van Looy; Van Schendel, Aug. de Wit weten te waarderen. Een vervolgdeeltje over de poëzie zien wij met belangstelling tegemoet.
Engelse klankleer en Duitse grammatika.
Wij ontvingen twee boeken die niet rechtstreeks betrekking hebben op Nederlandse taalstudie, maar die door stof en behandeling ook voor neerlandici van belang zijn, nl. An introduction to the study of English sounds van E. Kruisinga (seventh edition, Groningen - P. Noordhoff - 1940). In de Voorrede zegt de schrijver: ‘Misschien is het niet ongepast er de aandacht op te vestigen dat ik steeds getracht heb de fonetiese verschijnselen aan Nederlandse voorbeelden duidelijk te maken.’