Partij als onbepaald telwoord.
In het Wb. der Ned. Taal, XII, 1, 559 wordt het gebruik behandeld van het znw. partij, gevolg door een znw., en niet voorafgegaan door een lidwoord of andere attributieve bepaling, waar de betekenis ‘nagenoeg gelijk ging staan met een onbepaald telwoord’. Daarbij wordt opgemerkt, dat dit gebruik nog in verschillende dialecten, en ook in het Fries en in het Zuidafrikaans, bekend is. Bij de in het Wb. genoemde dialecten kan men nog het Katwijks voegen, waarover Prof. Overdiep spreekt op blz. 160 van zijn Stilistische Grammatica, ofschoon uit de voorbeelden, die daar worden gegeven, niet blijkt of het woord ook in dit dialect zonder attributieve bepaling kan voorkomen: Overdiep schrijft nl. 'n pártìe, 'n háel pərtíj. Merkwaardig is hier het klemtoonverschil, gepaard gaande met al of niet optreden van diftongering in de tweede syllabe, een verschil dat secundair tot een betekenisdifferentiatie geleid heeft, waarop ik hier niet verder behoef in te gaan; men zie Overdiep t.a.p. Opmerkelijk is evenwel, dat juist hetzelfde verschijnsel optreedt in het Fries, zoals de heer J.H. Brouwer te Leeuwarden zo vriendelijk was mij mede te delen.
Terloops nog een enkele opmerking over het gebruik in het Zuidafrikaans. Het Wb. wijst op het gebruik van partij maal (partij keer) in de betekenis van ‘menigmaal’, en haalt uit een ‘Transvaalsche brief’ uit het Alg. Hbl. uit 1894 een in vernederlandst Afrikaans gesteld voorbeeld van dit gebruik aan: ‘Partij menschen zijn op jacht en allen zijn wel’. De verbinding party mense is in het Zafr. zeer gewoon, evenals bijv. party keer; dit laatste syntagma is zelfs reeds hier en daar tot een koppeling partykeer overgegaan: ‘Ons wil hier terloops daarop wys dat die Afrikaanse romans niet Franse “pièces de thèse” is nie, maar dat partykeer meer as één tema daarin behandel word, en partykeer selfs om die voorrang strij’ (P.J. Nienaber, Die Afrikaanse roman-tematologie, 153).
Het beslissende kenmerk voor dit gebruik als onbepaald telwoord lijkt de afwezigheid van een attributieve bepaling. In hetzelfde deel van het Wb., kol. 571 sub 4, wordt gesproken