het nog’ (S 222). Het staat intussen voor mij niet vast dat ‘het’ hier diskongruerend met het niet-onzijdige woord kreet gebruikt is; het kan ook de inhoud van de hele volzin: ‘Nu en dan enz.’ aanduiden.
a. ‘Zag je die ster daar vallen?’ ‘Neen, ik zag het niet.’ b. ‘Zag je die vallende ster?’ ‘Neen, ik zag het niet.’ 't Kan echter zijn, omdat niet de ster op zichzelf, maar het vallen hoofdzaak is, dat de antwoordgever, al luidde ook de vraag: ‘Zag je die vallende ster?’ niettemin reageert op de vraag ‘Zag je die ster vallen?’ In dat geval is de hoofdfaktor die ‘et’ in het antwoord bepaalt: de aanduiding van de inhoud van de gedachte zin ‘die ster vallen’ = ‘dat die ster viel’. Men zou dit latente kongruentie met de inhoud van een zin kunnen noemen (vgl. Rp 35 vv.).
a. ‘Hoe smaakt het?’ (vraag van de huisvrouw, waarbij het bv. het middagmaal of de soep beduidt). b. ‘en at den aardappel op (nl. in margarine gedoopt). Hoe smaakt dat? vroeg Kokkie’ (Rp 97).
a. ‘Het walgt me, aldoor zijn lof te horen zingen.’ b. ‘Soms walgt het me, die geur van de ribes’ (S 222).
a. Hij zal het niet meer beleven, dat zijn kinderen groot woorden. b. ‘dat ie 't misschien niet meer zou beleven, dien massaopstand’ (Rp 96).
a. ‘In die tijd voer de trekschuit nog.’ ‘Ik heb dat nog gekend.’ b. ‘onze maatschappelike organisatie, die in de orde waarin we het van onze geboorte gekend hebben, een produkt is van de Franse Revolutie.’ (S 216).
Een andere kategorie van cliché-uitingen met het of dat zijn die, die betrekking hebben op het ontstaan, het bestaan, het verloop, het aflopen van toestanden en gebeurtenissen, de uitvoering en het effekt van handelingen.
Iemand komt haastig de schouwburg binnen en vraagt aan de vestiairejuffrouw: ‘Is het al begonnen?’ De juffrouw antwoordt: ‘Ja mijnheer, 't is net aan de gang.’ Of, ironies: ‘Maar mijnheer, 't is al bijna weer afgelopen.’ Beide, de mijnheer en de juffrouw, weten dat met 't de voorstelling van die avond bedoeld is. Maar een andere keer, als de vraag luidt: ‘Is de voorstelling al begonnen?’ zal het zinnetje ‘'t Is net aan de gang’ even gemakkelik geantwoord worden.
Iemand verkeert in onaangename omstandigheden en vertelt daarvan aan een vriend. Deze troost: ‘O, dat kan nog best terecht-