De Nieuwe Gids. Mei. L. van Deyssel geeft opnieuw een reeks losse Opmerkingen en Beschouwingen. - In de Chroniek der Poëzie beoordeelt M. Beversluis o.a.K.H. de Raaf's vertalingen van Euripides' De Phoinikische Maagden en de Verzen van J.D. Bierens de Haan.
Juni. L. van Deyssel vervolgt zijn Opmerkingen en Beschouwingen, o.a. over werken van jongere auteurs, waarin hij veel te prijzen vindt. - S.M. Noach herdenkt de verschijning van Pallieter, 25 jaar geleden. - J. van der Velden geeft een drietal Vondel-studies, getiteld: Vondel en Christina van Zweden, De Faustidee bij Vondel en De dienaar der armen.
De Stem. Mei. In het Critisch Bulletin worden twee werken aangekondigd, bij de Marnix-herdenking verschenen, nl. het grote Gedenkboek en een biografie door A.A. van Schelven.
Groot-Nederland. Mei. Met hoge lof schrijft Hendrik de Vries over De dichter Van Eyck in zijn bundel ‘Herwaarts’, - N.P. van Wijk Louw behandeldt Probleme van die intellektuele lewe in Suid-Afrika. - Aan De dichter N.P. van Wijk Louw is een studie gewijd door H.A. Mulder. Het proza van dezelfde Afrikaner wordt besproken door Gerard van Eckeren, in de rubriek Nederlandsch Proza. - D.A.M. Binnendijk beoordeelt twee bundels poëzie van L. Th. Lehmann.
Opwaartse Wegen. Mei. J. Romijn geeft, als samenvatting van een radiolezing, een kort opstel over de romanschrijver Willem Elsschot.
Leuvensche Bijdragen. XXXI, afl. 1-3. C.G.N. de Vooys geeft Kanttekeningen bij Dr. W. Couvreur's beschouwingen over ‘De hervorming van spelling en schrijftaal van het Nederlandsch’, ter weerlegging van Dr. Couvreur's artikel in de voorafgaande aflevering. - B. van den Berg publiceert een studie over Het verlies van n voor scherpe spirans in de Germaanse talen. - J.L. Pauwels schrijft Nog over Sinter-Klaas. - J. Decroos verbetert Een zin- en rijmschema-storende zetfout in een bekend sonnet van Jonker Jan van der Noot.
Bijblad. L. Grootaers drukt de 31ste vragenlijst af voor het Zuidnederlandsch dialectonderzoek. - P.V. Verstegen beoordeelt A. van Loey's Bijdrage tot de kennis van het Zuidwest-brabantsch in de XIIIe en XIVe eeuw. - E. Rombauts beoordeelt o.a. de proefschriften van E. Ellerbroek-Fortuin en van P.E. Muller.