argumenten aan de gegevens te toetsen. Een gedetailleerde bespreking zou in dit tijdschrift misplaatst zijn, maar wij wijzen er op, dat dit werk wegens de kijk die het geeft op de expansie van het Nederlands, ook voor neerlandici van belang is.
Keur uit Staring, ingeleid door A.J. Schneiders (Lochem - N.V. Uitg. Mij. ‘De Tijdstroom’ - 1940).
Honderd jaar geleden stierf de dichter Staring. De uitgave van deze ‘keur’, voortgekomen uit echte bewondering, is dus een daad van piëteit. Als de inleider meent dat Staring voor het tegenwoordige geslacht ‘levend begraven, ongelezen geprezen’ is, dan overdrijft hij. Populair zal de beminnelijke Geldersman nooit worden, maar wie zijn werk door de diepgaande toelichtingen van Van den Bosch heeft leren kennen, en zijn karakter door levensbeschrijvingen en brieven heeft leren waarderen, zal hem een blijvende plaats in zijn herinnering geven. Menig docent zal zich dus, mèt Schneiders, wachten voor een ‘poëzie-moordend procedee’, dat de jonge leerling van Staring vervreemdt. Dit alles neemt niet weg, dat de poging van Schneiders om de lezers-kring, ook buiten de school, te verruimen, waardering verdient. De Inleiding (blz. 7-18), met goed gekozen aanhalingen toegelicht, is inderdaad geschikt om de lezer van Staring's betekenis, van de schoonheid van deze echte en oprechte kunst te overtuigen; de keuze uit allerlei genres, ook uit de brieven, is geslaagd; de verklarende aantekeningen zijn in een losse bijlage gegeven, waarbij aan de voorganger Van den Bosch alle eer wordt bewezen.
Richting en doel der philologie.
Een zevental Groningse hoogleraren gaf als derde interfacultataire leergang, elk een voordracht over ‘uitgangspunt, richting en doel’ van zijn wetenschap. Gebundeld verschenen deze voordrachten met de titel Wegen der Wetenschap (Groningen - J.B. Wolters - 1940; prijs f 1,90). Daarbij werd de philologie besproken door J.M.N. Kapteyn, op degelijke en onderhoudende wijze, met grotendeels aan het Duits ontleende voorbeelden.