en een Chroniek der Poëzie van M. Beversluis, handelend over Jo Kalmijn-Spierenburg en over J.H. Speenhof.
Febr. L. van Deyssel geeft weer korte Opmerkingen en beschouwingen o.a. over oudere en jongere Nederlandse auteurs. - Martien Beversluis wijdt een beschouwing aan De Camera Obscura. - Prosper Arents geeft een doorwerkte proeve van bibliografie van Filips van Marnix van Sint Aldegonde. - M. Beversluis beoordeelt o.a. de dichtbundel Vita brevis van Hendrik Scholte.
Groot-Nederland. Jan. H. Marsman geeft beschouwingen Bij Slauerhoff's poëzie, bestemd als inleiding bij het verzamelde dichtwerk. - In de rubriek Nederlandsch proza bespreekt G. van Eckeren De dichter M. Mok als prozaschrijver. Onderwerp van Binnendijk's afdeling Over poëzie is Jan Vercammen's bundel Volubile.
Febr. G. Stuiveling vraagt waardering voor de jonggestorven theoloog, journalist en letterkundige Simon Gorter, een verloren kans. Op dit artikel volgt de publicatie van een groot aantal interessante Brieven van Simon Gorter aan zijn ouders. - In de rubriek Nederlandsch Proza geeft Gerard van Eckeren een afbrekende beoordeling van Walschap's roman Houtekiet. - D.A.M. Binnendijk beoordeelt Anthonie Donker's bundel Onvoltooide Symphonie.
Stemmen des tijds. Jan. C. Tazelaar acht het laatste werk van Ina Boudier Bakker: ‘Aan den grooten weg’ Een roman van blijvende betekenis.
Febr. M. van Rhijn schrijft over de verhouding van J.J. van Oosterzee en N. Beets. - De Kroniek der poëzie van P.J. Meertens handelt over Vlaamse poezie: de hoofdlijnen van de ontwikkeling en de hoofdfiguren van de twintigste eeuw komen daarbij ter sprake.
Roeping. Jan. Onder het opschrift Problematische Letterkunde schrijft Felix van Aret o.a. over een boek van Jef Last: Kruisgang der Jeugd.
Febr. Jos. Panhuijsen bespreekt in de Kroniek der poëzie twee bloemlezingen, nl. de Spiegel van de Nederlandsche Poëzie door alle eeuwen, door Victor E. van Vriesland, en Dichters der Emancipatie, door Anton van Duinkerken.
Socialisme en Democratie. Febr. H. Roland Holst toont, in een artikel Bloeitij in de Nederlandse letteren, warme sympathie voor