De Nieuwe Taalgids. Jaargang 33
(1939)– [tijdschrift] Nieuwe Taalgids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 335]
| |
door Dr. L.M. van Dis en Dr. B.H. Erné (Groningen - J.B. Wolters - 1939; 360 blz. Prijs f 4,90). Dit deel bevat alleen de nauwkeurige herdruk van de tekst, met de varianten van andere drukken en nieuwe interpunctie, die ten dele al interpretatie geeft. Een uitvoerige toelichting, met een glossarium, zal in een tweede deel volgen. Facsimilé's van titelbladen en emblemata der deelnemende kamers versieren de royaal gedrukte uitgave. | |
Coornhert's Dolinge van Ulysse.In de ‘Bibliotheek der Nederlandse letteren’ werd de Homerus-vertaling opgenomen, die D. Volckertsz Coornhert naar het Latijn in vrije verzen bewerkte. Van de Odysseia vertaalde hij eerst twaalf boeken, in 1561 gedrukt; van het onvoltooide tweede gedeelte werden in zijn nalatenschap nog zes boeken aangetroffen. De Inleiding is van de hand van Dr. Th. Weevers, die aan dit werk in 1934 zijn proefschrift wijdde. Hij lichtte de tekst ook in verklarende voetnoten toe. | |
Onze renaissance in proza.Onder deze titel gaf Prof. Dr. G.S. Overdiep een ‘Bloemlezing uit geschriften van de 16de en 17de eeuw’ (Amsterdam - Wereldbibliotheek N.V. - 1939; 335 blz. Prijs f 2,25, geb. f 3, -). Na een beknopte inleiding volgen een dertigtal prozastukken, ‘op een schijnbaar willekeurige wijze bijeengevoegd’, niet geordend ‘naar den tijd, maar naar de strekking of naar het genre.’ Men vindt dus in bonte rij b.v. Karel van Mander, Johan de la Court, Bredero, Marnix, Hugo de Groot, Jan de Witt, Coornhert, Simon Stevin, Jan van Hout, Hooft, Vondel, Huygens, telkens voorafgegaan door een korte inleiding. De grootste fragmenten, o.a. uit Coornhert's Wel-levenskunste (56 blz.) komen achterin. Aan het slot een lijst van ‘moeilijke woorden’. | |
Ironie in woordbetekenis.Dit onderwerp koos Dr. C.B. van Haeringen voor zijn ‘Rede, uitgesproken bij de opening van het vijf en twintigste studiejaar van de school voor Taal en Letterkunde te 's-Gravenhage op 16 September 1939’ (Groningen - P. Noordhoff N.V. - 1939; 30 blz. Prijs f 0,60). Op boeiende wijze en met veel goed gekozen voorbeelden toonde de spreker aan hoe de ironie tijdelijk of blijvend de woordbetekenis kan beïnvloeden. | |
[pagina 336]
| |
Woordkunst.Het bekende boek van M.A.P.C. Poelhekke, na zijn dood herzien door Gerard Brom, heeft voor de veertiende druk een nieuwe bewerker gekregen in Jos. J. Gielen (Groningen - J.B. Wolters - 1939. Prijs f 2,50, geb. f 2,90). Er is op grond van ‘wetenschappelijke publicaties van de laatste tijd, heel wat geschrapt, ook heel wat toegevoegd en vrij wat gewijzigd.’ | |
Oude reizen naar de Oost.Twee leraressen, werkzaam bij het M.O. in Nederlands Indië, Mej. M.J. Francken en Mej. R.C. Lugt, hebben een aardig boekje samengesteld, met oude platen en kaarten verlucht, en bestemd voor lektuur bij het letterkunde-onderwijs. Uit tal van oude reisbeschrijvingen hebben ze karakteristieke fragmenten gekozen, en die in een zevental hoofdstukken ondergebracht, beginnende met het ‘Vertrek uit Nederland’, dan de toestanden aan de Kaap, te Batavia en op andere eilanden, om te eindigen met ‘De Terugreis’. Afgezien van de aantrekkelijke inhoud, is ook de zeventiende-eeuwse taal interessant. De moeielijkheden door verouderde woorden zijn weggenomen door middel van degelijke verklarende aantekeningen op de rand. Dit boekje (uitgegeven door W. Versluys (1939); 133 blz. Prijs f 1,75, geb. f 2,10), verdient ook buiten de school belangstelling. | |
Cronyk van Sint Aagten Convent.Ook deze ‘heruitgave van een oude kloosterkroniek uit de 15de-17de eeuw’, ingeleid en van aantekeningen voorzien door Drs. F. Boerwinkel Jr. (Amersfoort - Knottnerus-Kramer - 1939) is, behalve voor belangstellende leken, ook voor het onderwijs bestemd, als ‘waardevol hulpmiddel’. Wij maken er hier melding van, omdat het door de naief-eenvoudige trant van de schrijfster ook taalkundig interessant is. | |
Handelingen van het achttiende Nederlandsche Philologen-congres.Als uitgave van de vereniging ‘Het Nederlandsch Philologen-congres’ verschenen deze Handelingen. Daarin zijn o.a. volledig opgenomen de openingsrede van de voorzitter Gerard Brom over Hollandse Dichters en Schilders in de zeventiende eeuw, en de rede van Prof. Dr. E. de Bruyne over Poëzie en Proza.
C.d.V. |
|